Dinsdag 28 maart, -13 graden
Na een kort nachtje vanwege de stroomstoring voegen wij ons weer bij de groep om gezamenlijk naar de ijsbreker The Artic Explorer te gaan. Hij houdt de vaarwegen vrij in de Botnische Golf waaronder ook de rivier van Piteå behoort. Het ijs belemmert de scheepvaart en moet regelmatig gebroken worden.
Wat is leuker dan vanaf de ijsbreker te zien hoe met veel geweld het metershoge ijs in stukken wordt gehakt en krakend en klotsend opnieuw zijn weg zoekt. Vervolgens wordt een ”ijsbad” gemaakt van 20 bij 20 m2 om liefhebbers de kans te geven een ijsbad te nemen.
Na enige aarzeling hijsen Marijke en ik ons ook in een aangepast pak, geen haute couture, vele maten te groot, maar we zullen wel blijven drijven. De bemanning schuift je langzaam zoals een pizza in de oven, maar dan het ijswater in. En daar lig je dan tussen al die ijsschotsen. In je knaloranje pak ben je niet meer herkenbaar maar gelukkig wel zichtbaar.
Met een lange vork wordt je weer op het vaste ijs getrokken, maar voor je weer op eigen benen staat (bij mij dan) duurt het even. En vervolgens neem je als vanzelf de waggelende loop van een eend aan. Wat een belevenis!
De foto’s spreken voor zich.
Vanaf Piteå rijden we in het begin van de middag naar het Storforsen Nationaal Park. Hier ligt een van de grootste stroomversnellingen van Europa. Ook in de winter met de verstrengeling van ijs en water bijzonder om te zien.
De groep overnacht in het natuurpark, wij op een camping bij een hotel in de buurt.
’s Avonds rijden wij met onze camper even naar hen toe om bij het kampvuur een door Paul klaargemaakt nationaal gerecht “kolbulle” te proeven. In een pan met een lange steel worden pannenkoekjes met spekjes gebakken.
Een gerecht dat op een eenvoudige manier klaar te maken is als lunch voor mensen met de zwaardere beroepen zoals houthakkers en mijnwerkers. Mensen die onder primitieve omstandigheden en in de kou zwaar werk moeten doen en wel wat extra energie kunnen gebruiken.
Vervolgens gaan wij terug naar onze camping en aan de stroom. Met -16 graden is het toch prettig om je voeten aan een elektrisch kacheltje te warmen.
Woensdag 29 maart
Een “rustdag”, dat wil zeggen dat wij voorbereidingen treffen voor de site, voortreffelijk lunchen met de groep in het nabijgelegen hotel en een paar wasjes draaien.
Donderdag 30 maart, -14 graden
We vertrekken uit Storforsen, pakken de E45 weer op en maken in het skigebied Kapdalis een tussenstop. Een aantal van ons gaan skiën en wij worden getrakteerd op koffie met gebak vanwege Jans verjaardag.
Vervolgens passeren we de Noordpoolcirkel en bezoeken in Jokkmokk het plaatselijke Samen-museum Ájjte (het Sami-woord voor voorraadschuur).
Jokkmokk ligt aan een bocht in de rivier en wordt al sinds 1602 genoemd als verzamelplaats voor de Sami in de winter, en zelfs nu nog worden er jaarlijks wintermarkten gehouden. Alles is zeer kleinschalig en het stadje Jokkmokk heeft niet meer dan 2800 inwoners.
Het museum is ruim opgezet en geeft interessante informatie over de Samen-cultuur.
Onze overnachtingsplek is een camping in een bosrijke omgeving met als toegangspoort een lekker glad ijzig heuveltje. De camper gedraagt zich als een knikker die steeds weer naar beneden rolt en de heuvel niet op wil, maar uiteindelijk zich gewonnen moet geven.
Vrijdag 31 maart
Ook nu staan we weer in een prachtig natuurgebied. Onze wintersportvaardigheden beperken zich tot sneeuwschoenwandelen en het leuke daarvan is dat je niet op de begaande paden hoeft te blijven, langzaam vooruitgaat en toch moe thuiskomt.
Zelfs zo moe dat als het noorderlicht te voorschijn komt je na een wachtbeurt weer je bed inschiet en na een tweede bericht niet opnieuw naar buiten gaat.
Zaterdag 1 april, -10 graden
Langzaam lopen de temperaturen op en zo te voelen laten wij de ergste kou achter ons.
Wij vervolgen onze weg op de E45 richting Kiruna.
Ten oosten van Kiruna ligt het dorpje Jukkasjärvi, alom bekend vanwege zijn ijshotel. Elk jaar, vanaf 1989, wordt in 6 weken tijd een heel hotel van ongeveer 30.000 m2 opgebouwd uit ijs en sneeuw. Dit gebeurt door een internationale groep vrijwilligers bestaande uit architecten en kunstenaars. In 4 weken tijd wordt het hotel met de slaapruimtes gebouwd en dan zijn er nog 2 weken beschikbaar voor de kunstenaars om de ruimtes aan de hand van een thema vorm te geven. Bed, stoelen, tafel, alles is van ijs evenals de vele kunststukken.
Men kan voor een pittige prijs een overnachting boeken in het ijshotel. Met rendierhuiden en thermische slaapzakken worden de gasten warm gehouden. Wij hebben voor een veel lagere prijs al ervaringen opgedaan in ons eigen ijshotel.
Toch is het een zeer bijzondere ervaring om de vele kunstwerken van ijs in deze magische omgeving te kunnen bewonderen.
Elk jaar verdwijnt het hele concept in het water om in de winter weer tot leven te komen in een nieuwe vorm. En dit alles is ontstaan doordat Japanse kunstenaars hun ijssculpturen in 1989 in Jukkasjarvi tentoonstelden en het wel leuk vonden om bij hun eigen kunstwerken te slapen.
Na het bezoek aan het ijshotel overnachten wij op de camping van Kiruna. Door een gesprongen waterleiding zijn de voorzieningen op de camping tot nul gereduceerd. Maar door ingrijpen van Paul en Christine kunnen we voor douche en toilet gebruik maken van een op het terrein aanwezig vakantiehuisje.
Zondag 2 april, -10 graden
Het is nog steeds koud ’s nachts, maar de Siberische temperaturen liggen achter ons.
We gaan vandaag sneeuwscooteren. Sommigen op de scooter anderen achterop. Twee uur manoeuvreren door een schitterend landschap. Het scooteren is moeilijker dan het lijkt en enkele enthousiastelingen gaan te kort door de bocht en belanden met scooter en bijzitter in de sneeuw. Lachend maar geschrokken worden scooter en “bemanning” weer op het juiste pad geholpen.
Bij de vorige scootertocht heeft één van de vrouwen in plaats van een boom te ontwijken een boom omarmd. Zij is er onbeschadigd uitgekomen, de scooter echter niet. Door deze verhalen heeft Marijke van deze tocht afgezien. Ik ben als betalend passagier meegereden met onze begeleider en had deze ervaring niet willen missen.
Halverwege de tocht is er een lunchpauze. Midden in de bossen staat een houten hut waar we bij het open vuur warme soep en koffie krijgen. Waarna we weer naar ons beginpunt rijden en met busje teruggebracht worden naar onze overnachtingsplek.
’s Avonds gebruiken wij een koud en warm buffet in een van de twee restaurants op het campingterrein. Een culinaire verrassing.
Maandag 3 april, -9 graden
Vandaag staat een sledetocht met 5 husky honden op het programma. Er waait een ijzige koude wind die de juiste sfeer schept om met honden door het winterse landschap te trekken. Onze dikke overalls en dito schoenen moeten ons tegen de kou beschermen.
Dan volgen de instructies: nooit van je slee afstappen; heuvel op achter de slee meehollen om de honden te ondersteunen; de tekens doorgeven van voor naar achteren zoals stoppen, langzamer etc; door meebewegen door bestuurder en bijrijder de slee in balans houden; en als laatste in noodgeval of acute stop het sneeuwanker uitgooien.
Bij de instructie over het meehollen is mij duidelijk dat ik beter als bijrijder dienst kan doen.
En dan starten wij! Het meebewegen gaat prima, alleen aan de verkeerde kant. Rakelings schieten we langs de zijkant van het pad, de slee maakt een verticale beweging en de boom naast me kan ik kussen. Wat gaan die honden hard…. Marijke hoor ik achter mij kreunen, ze heeft het zwaar en zeker op die momenten waar zij heuvel op de honden moet ondersteunen. Hijgend holt ze achter de honden aan.
Maar na enige tijd bewegen wij soepeltjes met de honden mee en krijgen het ritme te pakken. Wat is dit leuk!
Ook bij deze tocht wordt een lunch geserveerd in de blokhut waar we eerder met de sneeuwscooters waren.
Dinsdag 4 april, -7 graden
Een rustdag voor iedereen. Wij drinken koffie in de zon en de kring wordt steeds groter. Een paar enthousiastelingen doen een weddenschap en als gevolg daarvan belanden zij in baduitrusting in de koude sneeuwberg. Vanuit de stoel ziet dit er zeer koud uit.
Twee mensen uit de groep vertrekken vandaag naar huis vanwege aanhoudende gezondheidsproblemen. Jammer voor hen om de reis te moeten afbreken.
De anderen vertrekken in de loop van de middag naar een wildcamp. Wij blijven op de camping vanwege de stroommogelijkheden en zullen ons morgen weer bij de groep voegen.
Tijd om de wagen te kuisen en de was te doen. Als ik ’s avonds in een heerlijk schoon bed kruip merk ik dat de kruik is leeggelopen …. Uren ben ik met de föhn bezig om alles droog te maken.
Woensdag 5 april
Voor vandaag staat een bezoek aan de mijn in Kiruna gepland.
De gemeente Kiruna is Zwedens grootste gemeente en half zo groot als Zwitserland. Het totaal aantal bewoners was in december 2021 22.555, waarvan 80% in de stad Kiruna woonde.
Het stadje is pas ontstaan rond 1900 toen men in de bodem grote hoeveelheden ijzererts ontdekte. Uit de wijde omgeving trokken mensen naar Kiruna om in de mijnen te gaan werken.
De mijnen worden geëxploreerd door de LKAB, Luossavaara-Kirunavaara AB (betekent Naamloze Vennootschap). Tot aan 1970 werd de ijzererts via dagbouw gewonnen. Daarna is men overgestapt naar de ondergrondse mijnbouw.
De ijzererts loopt door tot een diepte van 1500 m. Men moet steeds diepere lagen aanboren voor de winning en is nu al de voorbereidingen aan het treffen voor een nieuw niveau op 1345 m diepte.
De mijnwerkzaamheden zijn grotendeels geautomatiseerd. Er werken in totaal 1800 mensen in de mijn, waarvan maar 400 ondergronds.
Doordat de uitbreiding van de mijn onder de huidige stad Kiruna komt zullen in de toekomst de al voorkomende verzakkingen alleen maar erger worden. Daarom is men begonnen met een deel van de stad 4 km te verplaatsen. Dit alles op kosten van de LKAB.
Ongeveer gelijktijdig met de oprichting van de LKAB werd een 473 km lange spoorlijn aangelegd van Lulea via Kiruna naar Narvik in Noorwegen om het ijzererts te kunnen vervoeren. De haven van Narvik is door de warme golfstroom ijsvrij en daarom kan het hele jaar door het ijzererts verscheept worden.
In een 2 uur durende presentatie 541 meter onder de grond wordt door een pittige enthousiaste dame uitvoerig uit de doeken gedaan hoe innoverend LKAB bezig is, zowel met betrekking tot de automatisering als tot het milieu. Het verschil tussen het aantal bovengrondse en ondergrondse medewerkers laat ook duidelijk zien hoever de automatisering is doorgevoerd.
Voor mijnwerkers van het eerste uur, zoals in het mijnmuseum is te zien, was het werk zwaar en de verdienste karig.
Na het mijnbezoek rijdt de groep naar een wildcamp in Abisko. Wij sluiten later aan, zodat we maar één nacht in de kou hoeven te staan.