Donderdag 26 maart
Vandaag gaan wij de grens naar Mauritanië over. We willen de grensovergang bij Rosso vermijden vanwege de vele verhalen over corruptie die door douane en politie in goede samenwerking in stand wordt gehouden. De enige reden om het wel te doen is te kijken of het echt zo erg is.
Uiteindelijk kiezen we voor de grensovergang bij de stuwdam bij Diema. Een goede keuze. In alle rust worden de formaliteiten afgehandeld en tegen betaling van tien euro kunnen wij Mauritanië binnen.
We rijden via een piste over een soort kade: links moerassig terrein met vele soorten vogels, rechts bossage en de Senegal-rivier. Het is een mooi gebied en er valt veel te zien. De weg is hier en daar wat zanderig en bevat enkele moeilijke stukken. Er zijn geen dorpjes, alleen zo nu en dan een schamele hut opgetrokken uit oude lappen en plastic. Hoe kunnen mensen hier overleven?
Men zou het niet verwachten, maar zelfs de politie is aanwezig en houdt zijn controles. En natuurlijk willen ze hun “petit cadeau”. Wij moeten er om lachen en zij zelf soms ook.
Uiteindelijk bereiken we de geasfalteerde weg rond Rosso en rijden door naar Nouakchott. Daar verblijven we in hetzelfde hotel als op de heenreis, poging om iets anders te vinden is niet gelukt. Toilet en douche zijn in de afgelopen twee maanden niet schoongemaakt. Geen aanrader. Wel zagen we in de woestijn ongeveer zestig kilometer voor Nouakchott een leuke auberge. Misschien is dit een veel betere optie dan dit vieze strandhotel.
Wij trekken een blik erwtensoep open en gaan slapen.
Vrijdag 27 maart
Een nacht met onweer, regen en stevige wind. Onze auto gedroeg zich als een piroque op de golven.
We gaan in Nouakchott geld wisselen. De banken zijn helaas gesloten. We wisselen ons geld op straat tegen een redelijke koers. Een jongen van zestien jaar probeert riemen aan mij te verkopen. Ik vraag waar hij zo goed Frans heeft geleerd. “Op straat, ik kan het niet schrijven.” Hij wil graag in de auto mee naar Europa om daar veel geld te verdienen. Hij heeft het beeld dat bij ons het geld in trosjes aan de bomen hangt. “I have a dream……”
Vanuit Nouakchott trekken we naar het oosten, naar Atar. Om de haverklap politiecontroles. Gelukkig hebben we nog tientallen fiches met onze gegevens erop waardoor we sneller door de controles komen.
Het landschap is zeer afwisselend. Glooiende zandduinen met prachtige door de wind getekende golvingen. De kleuren van het zand wisselen van geel naar rood naar wit. Het is goed te zien hoe het zand zich soms metershoog tegen de betonnen huisjes en de ommuring opduwt en ze soms helemaal in bezit neemt. Zover we kunnen kijken zand, eindeloze vlaktes zand. Zo nu en dan zien we in het landschap een fladderende blauwe of witte boubou of iemand die zijn auto aan de kant van de weg parkeert en met zijn gezicht naar Mekka zijn gebeden zegt. We blijven ons verbazen.
In Akjouit, halverwege Atar, aan het einde van het dorp vinden we een felblauwe auberge. We kunnen overnachten en krijgen een rond hutje met kleine uitbouw met daarin een Frans toilet en een emmer met water voor de douche. Gezien het grote gebrek aan water gebruiken wij onze babydoekjes.
Zaterdag 28 maart
Het is maar 18 graden als we rond 8 uur vertrekken naar Atar. Het landschap verandert van zandkleurig golvend naar uitgestrekte vlakten en heuvels van zwart basalt om vervolgens weer over te vloeien in schitterende zandduinen.
Veertig kilometer voor Atar slaan we af naar Terjit, een wasbordpiste van het slechtere soort. Arnoud en Trix proberen het, maar keren halverwege om en zetten hun auto bij de politiepost aan de hoofdweg. Vervolgens rijden ze met Jeffrey die hun gevolgd is mee terug naar de oase.
Als wij met ons tweeën bij het, voor de oase gelegen dorpje aankomen, waarschuwt men ons voor het mulle zand. Dat dit het eindpunt was hadden we zelf ook al gezien.
We worden door een man, voor wiens deur wij de auto hebben geparkeerd, uitgenodigd voor de thee.
Hij woont met vrouw en drie kinderen en een oma in de kleine ronde hut. Hij zet thee en de vrouw gaat onverstoorbaar verder met de borstvoeding aan het kind. Oma kijkt ons vanachter haar omslagdoek argwanend aan. De kinderen zijn nieuwsgierig.
In een grote doos zit de kleding van de familie en in een koffer de kostbaarheden zoals foto’s en brieven van dankbare toeristen. Hij is gids en begeleidt toeristen van onder andere Duitse reisbureaus bij hun meerdaagse tochten door de woestijn. De man is duidelijk aan buitenlanders gewend in tegenstelling tot zijn familie. Hij zegt uitdrukkelijk dat we foto’s mogen maken, maar oma heeft er moeite mee en dus respecteren we dat. Als de anderen arriveren zijn ook zij welkom op de thee. Bij het weggaan geven wij een vergoeding voor de thee en de kinderen krijgen van Jeffrey en José een speeltje waar ze heel blij mee zijn.
We lopen naar de kleine unieke oase van Terjit. Al vier generaties lang is de oase in handen van dezelfde familie. Midden in deze stilteplek heeft men een idyllische, tropische sfeer gecreëerd, waar kleine groepen kunnen eten en slapen. Je hebt even het gevoel in een andere wereld te zijn. De zwemmogelijkheid die de reisgidsen aangeven moet men met een korrel zout nemen. Pootje baden is beter uitgedrukt.
Wij lunchen op de hoogste plek bij Terjit en rijden daarna met Trix en Arnoud de stevige wasbordweg terug naar de hoofdweg. Daar zien we zes Spanjaarden overstappen vanuit een busje in twee 4×4 wagens! Zij zullen waarschijnlijk in de oase overnachten.
Op ons mobiel staan een aantal voicemailberichten die we niet kunnen openen. In Mauritanië hebben we geen bereik. We hopen dat alles in orde is bij onze achterban.
We rijden de laatste veertig kilometer naar Atar en stallen onze campers op camping Bab Sahara. De camping ligt midden in Atar en alle overlanders weten deze plek te vinden. De Nederlandse eigenaar verzorgt trips door de woestijn met 4×4 wagens en repareert auto`s.
Zondag 29 maart
We vertrekken in de auto van Jeffrey naar Chinguetti. We hebben de keuze om te rijden via de nieuw aangelegde piste of de oude, niet meer onderhouden piste via de Passe d’Âmogjar. De weg staat als zeer moeilijk beschreven en wordt alleen aangeraden voor zeer ervaren 4×4 rijders! Met de auto van Jeffrey moet het lukken.
Dertig kilometer rijden wij door een bijna onbewoond landschap. Soms zien we een eenzame tent in de verte. De enige persoon die we waarnemen is een herder die om lucifers vraagt. Wederom verbazingwekkend hoe mensen hier kunnen overleven. Het ontbreekt hun aan alles, behalve vrijheid.
Jeffrey hobbelt stationair over de vele keien. Regelmatig stoppen we om te kijken hoe de weg verder loopt. Wij verleggen keien, liggen voor en achter de auto op de grond om te zien of het chassis de stenen raakt en geven Jeffrey aanwijzingen of hij iets meer naar links of rechts kan. En het moeilijkste stuk moet nog komen!
De één-auto-brede bergpas met zijn diepe afgronden en niet beveiligde, brokkelige zijkanten vergt stuurmanskunst en durf. En Jeffrey heeft beide. Gezamenlijk zijn we bezig om de auto veilig naar boven te loodsen.
We rijden door een prachtig bergmassief. De haarspeldbochten naar de top van het massief geven steeds een ander zicht op de omgeving. Het landschap is van een adembenemende schoonheid en deze weg de mooiste die we tot nu toe gereden hebben. Niet voor niets wordt het “the jewel of the crown” van Mauritanië genoemd.
In de verte zien we in de vlakte het Fort Saganne liggen. Het fort is gebouwd in 1984 voor de gelijknamige film. Het is het enige bouwwerk in deze immense vlakte.
Het laatste stukje keienweg neemt de Toy van Jeffrey als een tank die stap voor stap een trap op klimt en dan komen we uit bij een groot plateau met een kleine auberge. Een oudere man begroet ons vriendelijk en vertelt ons iets in voor ons moeilijk verstaanbaar Frans. Wij maken er uit op dat hij schildercursussen geeft….
We rijden verder naar een plek waar grottekeningen zouden zijn. Er is niemand aanwezig en de grot is afgesloten. Klimmend op enkele keien zien we een aantal dierentekeningen.
Dan via de nieuwe piste door naar Chinguetti. Het stadje ligt midden in de woestijn en is omgeven door glooiende zandduinen in allerlei tinten. Wat een grootsheid.
Chinguetti is een van de oude karavaansteden van de Sahara en een van de zeven heilige plaatsen van de Islam. Dit laatste is niet onomstreden omdat de koran rept van drie heilige plaatsen: Mekka, Medine en Jeruzalem. Had je geen geld voor Mekka, dan ging je naar Chinguetti. In zijn hoogtij dagen (17de eeuw) telde Chinguetti 12 moskeeën en 25 koranscholen en was het een spiritueel centrum voor vele moslims. Daarnaast was de stad ook in commercieel opzicht van belang: van hieruit vertrokken vele handelskaravanen met zout naar Marokko, Senegal en Mali.
Nu is het een rustig stadje dat het moet hebben van de vele Franse toeristen die in Atar worden ingevlogen voor een weekje woestijn. Het toeristenseizoen is afgelopen en wij zijn de laatste gasten die nog een hotel zoeken. We drinken in het nieuwe gedeelte van het stadje een drankje op het boventerras van een restaurant.
Daar ontmoeten we Maru, een uitstekend Engels sprekende Gambiaan met een moeder in Senegal. Hij huurt elk seizoen een winkeltje (een vierkant blok beton van 4 bij 4 meter met een ijzeren deur aan de voorzijde) om zijn Afrikaanse beelden en lappen aan toeristen te verkopen. Op onze vraag waarom hij dit niet in Gambia of Senegal doet, zegt hij dat daar de huurprijzen van de winkels te hoog zijn. Na elk seizoen keert hij terug naar zijn moeder in Senegal.
De meeste hotels zijn al gesloten en wij vragen hem om ons naar een goed, nog open hotel te brengen. Eerst probeert hij ons, op aandringen van een andere Afrikaan, onder te brengen in een wel zeer primitief huttenkampement aan de rand van het stadje. Na onze afwijzing komt hij met het beste hotel van het stadje op de proppen, Auberge du Maure Bleu. Met veel moeite stuurt Jeffrey zijn auto de mulle zandvlakte over naar het hotel. Als we de poort binnengaan, komen we in een prachtige kleine binnentuin met palmen. Daar omheen zijn kamers gegroepeerd. Het geheel ademt de sfeer van de streek. De eigenaars, een Frans echtpaar, zijn inkopen doen in Azar en hun manager ontvangt ons hartelijk.
We zetten ons met een drankje in de schaduw in de binnentuin en praten met Maru over het leven in Mauritanië.
De corruptie is het grootste probleem in dit land. De politie en de douane zijn nog het meest corrupt. Hij moet iedere keer als hij terug komt uit Senegal de douane steekpenningen toeschuiven, anders komt hij het land niet in. Als je geen mensen op belangrijke posten kent, krijg je niets voor elkaar. Veel van zijn vrienden zijn verbitterd geraakt en aan de drugs en de drank. Ook heeft hij enkele vrienden verloren die in een bootje op weg waren naar Europa maar de overtocht niet hebben gehaald. Dit wil hij zijn moeder niet aandoen, dus probeert hij door souvenirs te verkopen het hoofd boven water te houden. Zijn droom is een lapje grond waarop hij groente kan verbouwen, en misschien een Europese vrouw trouwen waardoor zijn leven beter zal worden. We beloven hem de volgende dag te bezoeken en iets te kopen. Het is een aardige jongen die wijsheid paart aan naïviteit.
Als hij weg is klimmen we op het dak van het hotel om naar de ondergaande zon te kijken. Voor ons ligt het oude gedeelte van de stad waar we morgen naar toe gaan en daarachter de zandduinen in prachtige tinten.
Het avonddiner bestaat uit verse quiche, vis met een groenteprutje en als toetje eigengemaakte (nog warme) cake. We genieten ….!
Bijzonder in dit hotel zijn de toiletten op de kamers. Het bestaat uit een met hout omtimmerde plastic emmer waarin een vuilniszak met een laag zaagsel zit. Van boven is de emmer afgedekt met een wc-bril waardoor het op een normaal toilet lijkt. Naast het toilet staat een grote bak zaagsel. Na elk toiletbezoek gebruik je in plaats van water een laag zaagsel. Zo kun je het waterverbruik minimaliseren. Buiten is er voor degene die dat wensen een gewoon toilet. Omdat er geen elektriciteit in Chinguetti voorhanden is en alles op generatoren werkt, gaat ‘s avonds vroeg de verlichting uit en kunnen wij daardoor genieten van een prachtige sterrenhemel.
Maandag 30 maart
Er zijn ballonnen bij het ontbijt voor de jarige Trix. Het is toch wel uitzonderlijk om je verjaardag op deze plek te vieren.
Met de auto proberen we de oude binnenstad in te komen, maar de straatjes zijn zo smal dat we ons vastrijden en lopend verder gaan.
Met aanwijzingen van mensen vinden we de moskee. Uiteraard mogen we niet naar binnen en alleen foto’s van de buitenkant maken. Een jongetje brengt ons naar een van de vele bibliotheken met oude geschriften. Een zeer expressieve man vertelt een boeiend verhaal over de oude stad Chinguetti en het leven van de nomaden. Hij is trots op de oude documenten die men via zijn “Fondation Al Ahmed Mahmoud” van de ondergang probeert te redden. Het is voor ons onvoorstelbaar hoe eeuwenoude manuscripten los in laden liggen, opgepakt worden en soms bij het laten zien beschadigd worden. Zoveel wijsheid in verval.
De wandeling door de smalle straatjes van de stad waar de mensen dezelfde voorzieningen hebben als eeuwen terug, laat je iets voelen van de sfeer van toen. De grote groep vrouwen die ons volgen om hun laatste souvenirs aan ons kwijt te raken, doen dit gevoel weer teniet.
We lossen onze belofte in en kopen iets bij Maru. Hij leeft op als hij hoort dat Marijke vrijgezel is. Hij doet meteen een aanzoek, wil mee naar Nederland en voor haar werken. Nu zou ze dat laatste nog wel kunnen gebruiken, maar de amoureuze toenaderingen ondergaat ze enigszins geschrokken. Ze vertrekt met twee mooie kleden, echter zonder Maru.
We gaan terug naar de man van gisteren waarvan wij dachten dat hij schilderles gaf, hij bleek echter grottekeningen aan ons te willen laten zien …! Zijn familie woont al enkele generaties in dit afgelegen gebied en heeft nooit gemerkt dat op hun overhangende rotsen dierenbeschilderingen aangebracht waren. Onderzoekers in deze streek hebben hen daarop gewezen en sindsdien leidt hij de weinige toeristen die hier komen rond. De meeste tekeningen zijn nogal vaag, het uitzicht is echter fantastisch.
Er is een nieuwe piste waardoor we de bergpas makkelijker kunnen nemen, maar vanwege wegwerkzaamheden is het eenrichtingverkeer. Om het uur kan er van onze kant worden gereden. Daarnaast is het net siësta tijd en komt er nog een uur bij. Na twee uur hangen in de hitte zijn we net op tijd terug op camping Bab Sahara voor de borrel bij Trix.
José en Jeffrey gaan eten in de stad en José komt terug met een rood beschilderde hand. Het duurt tien dagen voordat ze dit handwerk kwijt is.
De vele indrukken branden op ons netvlies en we kunnen moeilijk de slaap vatten. Als ik midden in de nacht wakker wordt, hoor ik zachte muziek met gezangen. Het lijkt op het reciteren van gebeden en gaat urenlang door. Een andere wereld.
Dinsdag 31 maart
Vandaag rijden we vanuit Atar terug naar Nouakchott, 430 kilometer dwars door de woestijn over een uitstekende geasfalteerde weg. De ochtendzon over het eindeloze zand zorgt voor een unieke belichting. Om de 4 kilometer worden kamelen verzameld om te drinken uit grote plastic bedden gevuld met water.
Dan krijgt Jeffrey via de satelliettelefoon een laaiende Jeroen aan de lijn. Hij eist dat onze website uit de lucht moet vanwege de beschrijving van het groepsconflict. Daarnaast volgen er bedreigingen. We besluiten gezamenlijk niet in de woestijn te overnachten maar meteen door te rijden naar Nouakchott, zodat we zeker weten dat we hem niet zullen tegenkomen. De door ons geplande strandcamping blijkt gesloten. De volgende overnachtingsplek is 250 kilometer verder. We rijden in hoog tempo omdat we niet in het donker willen rijden. De avondzon op het landschap maakt de rit bijzonder mooi.
Om half acht staan we bij het tankstation van de heenreis. Onze poging om nog iets te eten mislukt, de kok heeft alleen nog taai schapenvlees te bieden en dat slaan we af. Het wordt brood met kaas.
Woensdag 1 april
Ook vandaag worden er de nodige kilometers afgelegd. We genieten meer van het landschap dan op de heenweg. Onze stadscamping in Nouadhibou is vertrouwd. We doen boodschappen, internetten en bieden Jeffrey en José een etentje aan namens de groep omdat hij ons steeds zonder dieselvergoeding naar alle moeilijk bereikbare plekken heeft gebracht.
Donderdag 2 april
Het wordt een rust- en klusdag. Nou, rustdag …. Togo en Benin zijn klaar en kunnen op de site.
De schoonmaakjongen van de heenreis vinden we ook nu hard werkend terug: hij is de hele dag bezig met het cleanen van de toiletten en het vegen van voetstappen uit het woestijnzand. Ik geef hem mijn oude telefoon. Het blijkt zijn eerste te zijn en hij is er dolgelukkig mee. Misschien een tip voor toekomstige Afrikagangers: je oude telefoon is voor Afrikanen “goud” waard evenals gereedschap, toiletzeep, t-shirts, babykleertjes, (voet)ballen, ballonnen en pennen.
Een Spaanse wereldreiziger komt een praatje maken. Hij trekt door diverse landen, brengt een aantal maanden op de universiteit door, geeft Engelse lessen en zoekt dan een nieuw doel. Hij is nu ook op de terugweg.
’s Avonds stillen wij onze honger bij de Chinees van de heenweg. De sfeer is stukken beter!
Morgen verlaten we Mauritanië en zit de reis door Afrika er bijna op …..