Vrijdag 3 april
De grensovergang naar Marokko, de Westelijke Sahara, kost ons vijf uur. Ook nu weer worden we, evenals op de heenweg, door jongetjes het stukje niemandsland door geloodst. Deze hulp is zeer welkom omdat zij precies weten waar het zand een hardere ondergrond heeft zodat je met je auto niet vast rijdt.
Na 550 km stoppen we en overnachten vlak voor Dakhla op een onofficiële camping aan het strand. Er staan tientallen overwinteraars op deze gratis plek zonder voorzieningen. De Marokkaanse overheid heeft er wel permanent een container met politieman gestationeerd.
Het is 19 graden en we moeten wennen aan deze lage temperaturen.
Zaterdag 4 april
Er staan overal lange rijen vrachtwagens bij en rond tankstations. De dieselaanvoer is gestagneerd en dat levert grote problemen op. Wij hebben nog wel wat voorraad, maar moeten morgen zeker tanken. De diesel in de Westelijke Sahara is een heel stuk goedkoper dan elders in Marokko. De regering probeert met allerlei aantrekkelijke voorzieningen mensen te verleiden om zich in dit gebied te huisvesten. Er worden dorpen en vakantieverblijven uit de grond gestampt die vervolgens onbewoond blijven omdat er niet voldoende werk is in de woestijn.
We overnachten op camping Foum el Oued bij Laayoune. Het terrein is drie voetbalvelden groot en wij staan er alleen met onze drie campers.
Zondag 5 april
Als we tevergeefs drie tankstations hebben geprobeerd stopt er een ambulance die ons verwijst naar een tankstation waar ettelijke vrachtwagens en personenauto’s staan. En daar begint ons gevecht om de diesel. Vrachtwagens dringen voor. Het systeem is twee vrachtwagens en dan drie personenauto’s etc. Maar bussen hebben altijd voorrang.
We merken al snel dat geduldig op je beurt wachten niet helpt. We kijken naar de persoon met de meeste invloed en leggen contact met hem. Als er weer iemand voordringt of steekpenningen geeft protesteren we. Marijke houdt de vinger aan de pols terwijl ik ons busje tegen de bumper van de voorganger druk. En uiteindelijk krijgen wij en de anderen onze tank volgegooid.
We spreken af dat ieder zijn eigen tempo rijdt en we elkaar bij Tan Tan Plage ontmoeten. Achter Laayoune staat onze Spaanse wereldreiziger uit Nouadhibou te liften. We nemen hem mee tot Tan Tan. In El Ouatia bij TanTan staan we op een nieuwe camping, Atlantique.
Wij willen hier graag enkele dagen blijven en in overleg met de anderen besluiten we vanavond ons afscheidsetentje te houden, zodat iedereen vanaf morgen in eigen tempo door Marokko kan reizen. Jeffrey en José trakteren ons op een heerlijk etentje in restaurant Ekinox.
We laten onze Afrikareis de revue passeren en zijn het er unaniem over eens dat, afgezien van de strubbelingen in de eerste maand, we een geweldig reis hebben gehad.
Het zal voor ieder van ons even wennen zijn om in tweetallen verder te trekken na drie maanden samen zijn.
Maandag 6 april
Arnoud en Trix vertrekken als eerste, Jeffrey en José gaan uren later en wij blijven nog een nachtje op de camping. We maken een strandwandeling, eten weer in het stadje en vragen ons ‘s avonds af waar de anderen zullen overnachten.
Dinsdag 7 april
In 2004 hebben we Marokko van noord naar zuid en van oost naar west doorkruist. Bijna alle hoogtepunten van Marokko hebben we daarbij bekeken. Hoewel het een schitterend land is en er nog genoeg te beleven valt, zullen wij niet veel ondernemen. Ons opnamevermogen is tot nul gereduceerd, daarom besluiten wij om alleen enkele plaatsen te bezoeken waar we goede herinneringen aan hebben.
We beginnen bij Tiznit, via een zeer afwisselende weg bereiken we het stadje. Daar staan we op camping Municipal. Er staan honderden campers, het terrein is in vergelijking met vijf jaar geleden enorm uitgebreid. Het is een aantrekkelijke plek om enkele dagen te verblijven. De camping ligt vlak bij de oude stad. Het grote zwembad en winkels liggen binnen handbereik.
We maken een stadswandeling, internetten en bakken onze lamskoteletten in de camper omdat het buiten met 17 graden te koud is!
Woensdag 8 april
We laten onze aanvankelijke planning om enkele dagen naar Essaouira te gaan, vallen. Marijke heeft nog steeds last van haar darmen. We gaan onder Agadir langs via Chichaoua (P40) direct richting Marrakech.
Onderweg worden we door de politie aangehouden: ik heb te hard gereden, veertig euro boete! Rijbewijs wordt bekeken, ik krijg Marokkaanse complimenten over het verschil tussen feitelijke leeftijd en de vijftig jaar die de agent schat. Mooi meegenomen, maar we zijn liever die bekeuring kwijt. Na tien minuten praten is de bekeuring teruggebracht tot tien euro. Daar kunnen we mee leven.
In Marrakech vinden wij op de weg naar Casablanca, Hotel Ibis. We willen op de parkeerplaats overnachten en in het hotel eten. Dit is geen enkel probleem. Ook de parkeerwacht doet niet moeilijk.
We nemen voor veertig dirham een taxi naar de stad en lopen door de ons vertrouwde straatjes in de souk. De vele aangeboden souvenirs maken ons besluiteloos en ons voornemen om hier onze laatste cadeaus voor vrienden in te slaan loopt op niets uit. Wij hebben geen zin in allerlei onderhandelingen. We kopen een doos met zoetigheden, drinken muntthee op het nieuw betegelde plein Jamal El Fna en laten ons terugbrengen naar hotel Ibis.
Daar blijkt de parkeerwacht inmiddels van gedachten veranderd te zijn en bezwaar te maken tegen onze overnachting in de auto. Hij komt met argumenten dat de veiligheidspolitie het niet toestaat etc. Wij zijn verbaasd omdat het hotelpersoneel zijn goedkeuring heeft gegeven. We kunnen niet precies inschatten wat er aan de hand is maar gezien het tijdstip van de avond is het voor ons te moeilijk om een andere plek te zoeken. We besluiten ondanks tegenwerpingen van de parkeerwacht het hotel om opheldering te vragen. Iemand van het hotel loopt met ons mee terug naar de parkeerplaats en dan is het binnen tien seconden geregeld.
Als we ’s avonds na het eten onze slaapplek opzoeken, zien we vlak naast onze deur een stoel staan met daarnaast een krukje waar muntthee op staat. De bewaker, waarschijnlijk bang dat er iets zou gebeuren met deze twee vrouwen, heeft post gevat direct voor onze camper. Veiliger kan het niet.
Donderdag 9 april
Via de P24 rijden we naar Fez. Het is een mooie, groene bergweg. We passeren de wekelijkse markt in Mirit. Het is een wirwar van tentjes, men komt van heinde en verre om te kopen en te verkopen.
Als we door Azrou rijden zien we twee campings, deze staan nog niet in de boekjes. Overal in de steden is bedrijvigheid. Wegen worden opgeknapt, trottoirs aangelegd en lange rijen palmbomen geplant. Marokko is met een inhaalslag bezig en kennelijk is er geld voor deze verfraaiingen.
Op de ons bekende camping van Fez, nog even onverzorgd als vijf jaar geleden, stallen we onze camper. Met een taxi gaan we naar het centrum van Fez.
Wij verheugen ons op een etentje bij restaurant Laanibra. Bij ons vorige bezoek aan Marokko hebben we daar met vrienden voortreffelijk gegeten. Marijke had toen darmklachten en kon van al het heerlijke eten dat wij voorgeschoteld kregen niets gebruiken. Dat gaat nu goedgemaakt worden. Tot onze verbazing vinden wij het midden in de souk gelegen restaurant op eigen houtje. De door ons meegebrachte foto’s van vijf jaar geleden worden enthousiast bekeken. Ze vinden het prachtig dat we teruggekomen zijn. Wij nemen de specialiteit van het huis, een ragout van duif in bladerdeeg. Heerlijk gekruid. Omdat het vrijdag is mag er geen alcohol geschonken worden…. Ook zonder glas wijn genieten wij van onze maaltijd.
Het lukt ons niet een taxi te vinden die ons terug wil brengen naar de camping. Het is te ver buiten de stad en men wil niet met een lege taxi terugrijden naar het centrum. We schakelen de politie in en na lang zoeken lukt het hen een taxi voor ons te regelen.
Zondag 12 april
Een regendag. We passen onze planning aan het weer aan en laten ons voornemen om op het plein in Chefchouen te eten, vallen. We rijden direct door naar Ceuta en zijn de grens naar Spanje over voordat we het in de gaten hebben. Doordat de tijd twee uur naar voren gaat zijn we aan de late kant voor het zoeken van een overnachtingsplek. Een bewaakte parkeerplaats voor de vertrekhal van de boten biedt uitkomst. We willen morgen om acht uur met de boot overvaren.
Maandag 13 april – vrijdag 1 mei
Onze bewaakte parkeerplaats is zo rustig dat we pas om 9 uur wakker schrikken. We kopen een kaartje voor de snelboot naar Spanje en men vraagt daarvoor 220 euro! Dit vinden we te duur, de heenreis was aanzienlijk goedkoper. Uiteindelijk komen we uit op 150 euro. Tenslotte is ons busje een personenauto en dat scheelt in prijs. In 35 minuten zijn we aan de overkant.
We hebben met Ruud en Henny, onze reisgenoten van de IJslandreis, afgesproken op een camping in Torre del Mar, vlakbij Malaga. Zij verblijven er al enkele weken en wij zullen ons bij hen voegen. Ze zitten echter op een naturistencamping …. Niet direct onze keuze, maar het went snel en gelukkig is het goed weer. Het is een prima plek om bij te komen van alle vermoeienissen van Afrika. We werken aan onze site, lezen vele boeken en genieten van het gezelschap van onze vrienden.
Marijke heeft nog steeds last van ontregelde darmen. Als ze dan ook nog een etmaal lang moet overgeven, besluiten we naar het ziekenhuis te gaan om te kijken wat eraan de hand is. Ze krijgt direct een infuus en allerlei onderzoeken worden gestart. De artsen in het ziekenhuis spreken alleen Spaans, een enkeling een paar woorden Engels. Men is zelfs verontwaardigd als blijkt dat wij geen Spaans spreken. Als het infuus doorgelopen is, kan Marijke het ziekenhuis weer verlaten. Na een week krijgt ze de uitslagen. Men kan niets vinden maar raadt ons aan in Nederland uitgebreider onderzoek te laten doen.
Na ruim twee weken echte vakantie vertrekken we eind april richting huis. In drie dagen liggen Spanje en Frankrijk achter ons en komen we in een groen Solwaster aan. Het voorjaar is in volle gang. In onze beleving moet het herfst worden omdat wij de zomer al achter de rug hebben. Het duurt even tot het echt tot ons doordringt dat de volgorde van de seizoenen anders is.
We hebben lang uitgezien naar de reis van West Afrika en nu ligt dit avontuur al weer achter ons. We zijn vele ervaringen rijker, enkele in negatieve en vele in positieve zin.
We hebben gemerkt hoe Afrika ons boeit: de afwisselende natuur, de krachtige en levenslustige mensen, hun gebruiken en gewoontes. Dit alles tezamen maakte het voor ons tot een onvergetelijke, boeiende reis. Misschien komen we nog eens in de gelegenheid om met enkele mensen naar Gambia en het zuiden van Senegal te reizen.
Voorlopig pakken we ons gewone leven weer op en maken een begin met de voorbereidingen voor de reis naar Zuid Amerika (oktober 2010).
We danken alle mensen die ons trouw hebben gevolgd en in het gastenboek ons respons gaven. We hopen dat jullie ook bij de volgende reizen ons weer vergezellen.