Dinsdag 24 februari
Als we om half 8 uit Kpalimé vertrekken geeft de thermometer al 25 graden aan. We nemen een smalle, weelderig groen beplante bergweg (N13). Dit pad zal ons voeren naar Kloto waar een grensovergang naar Ghana is. Voor we zover zijn worden we tot stilstand gebracht door een dwars over de weg gespannen touwtje met daaraan een vlaggetje. Er staan enkele hutjes en uit een ervan komt een mannetje. We moeten 1000 CF per persoon betalen voordat we verder mogen rijden. Omdat dit een fake controle is, zeggen we lachend dat we dit niet gaan doen en na veel onderhandelen biedt José hem een tas van de Nederlandse politie aan. De man is tevreden en wij ook.
De grensformaliteiten aan de Ghanese kant, in Date, worden snel en efficiënt afgehandeld. De Ghanezen laten zien hoe het ook kan. Ghana oogt bij eerste indruk rijker en verzorgder dan Togo.
Ghana heeft 23,5 miljoen inwoners en is 7 keer zo groot als Nederland. De meeste mensen wonen in het zuiden en midden van het land. Naast de Islam heeft het Christendom in al zijn verscheidenheid zich overal gevestigd, waarover verderop meer.
De meerderheid van de Ghanezen werkt in de land- en tuinbouw. Het zijn voornamelijk de vrouwen die groente verbouwen en handel drijven. Maar ook in het politieke en sociale leven nemen zij het voortouw. De rijke, matriarchale cultuur van de Ashanti is van zeer grote invloed op de emancipatie van deze vrouwen.
Wat zal Ghana ons bieden? In elk geval al het voordeel van de Engelse taal.
Wij willen naar de Wliwatervallen, de meest populaire attractie in het oosten van Ghana en zoeken een overnachtingplaats in de Watervallodge. Via een landschappelijk zeer mooie maar smalle piste belanden we na Hohoe bij ons overnachtingadres. De lodge ligt in een mooie tuin met in het midden een groot naar alle kanten open restaurant. Het Duitse echtpaar oogt enigszins vermoeid maar met een temperatuur van 38 graden en een vochtigheidgehalte van 75 procent hebben ook wij niet veel te bieden.
We lezen over Ghana, houden een siësta en bespreken bij de borrel ons programma van de komende dagen.
Een zich aankondigend onweer zet niet door, het blijft bij wat gerommel in de bergen. Na een blik goulashsoep als avondmaaltijd liggen we om half negen in bed.
Woensdag 25 februari
Na een klamme nacht vol met actieve muggen, zijn we al vroeg klaar voor onze tocht naar de watervallen. Het is een wandeling van 45 minuten door een enigszins tropisch woud.
Vlinders in de mooiste kleuren begeleiden ons naar de watervallen, maar laten zich niet vangen in een digitaal beeld.
Het is op deze topattractie van Ghana merkwaardig rustig. Wij zijn de enige toeristen. De waterval is hoog maar niemand weet precies hoe hoog. Het meertje waar het water zich instort is ijskoud, het weerhoudt Marijke, Trix, José en Jeffrey niet om zich erin te storten.
Een jongen achter een stalletje met warme frisdranken slaat het gebeuren gade. Waarschijnlijk is het voor hem de enige afleiding op deze dag.
In het restaurant van de lodge nemen we een broodje en besluiten nog door te rijden naar Accra.
Het bord bij Tafi over apenopvang maakt ons nieuwsgierig en we stoppen om hier even te kijken. Het blijkt een door de dorpsbewoners in 1993 gestart project om de heilige apen, in wie de geesten van de voorouders leven, te beschermen.
Gewapend met een zak bananen lokt een bewaker de apen naar beneden. In een vloeiende snelle beweging pakken ze de banaan en sprinten de boom in.
Precies in de avondspits arriveren we in Accra. Fietsers, brommers en auto’s krioelen als mieren om ons heen. Jeffrey loodst ons feilloos door de stad en brengt ons bij Ryan’s pub, waar hij vier jaar geleden ook heeft overnacht. Hoewel inmiddels een andere stel het restaurant heeft overgenomen, mogen we overnachten op de parkeerplaats.
In de loop van de avond loopt het restaurant vol met expats en mensen van het corps diplomatique. Na een verrukkelijke Iers – Italiaanse maaltijd begrijpen wij waarom het restaurant zo’n grote clientèle heeft.
Wij willen morgen naar het Nationaal Museum in Accra. Degene die mee wil moet om 8 uur present zijn.
Donderdag 26 februari
Samen met Trix en Arnoud nemen we een taxi naar het Nationaal Museum. De taxichauffeur heeft geen idee waar wij naar toe willen, van het Nationaal Museum heeft hij nog nooit gehoord. Met de plattegrond in onze reisgids bereiken we uiteindelijk ons doel.
Het museumgebouw is ontworpen door Sir Denys Lasdun, architect van het Nationaal Theater in Londen. Aan de hand van thema’s is Ghana’s geschiedenis op een boeiende manier tentoongesteld. Vooral het gedeelte waar de slavenhandel in beeld is gebracht is indrukwekkend.
We bezoeken de kunstmarkt, kopen houten souvenirs voor vrienden en checken onze e-mail.
Daarna halen we onze camper op om opnieuw door een hectisch Accra te toeren. We missen een afslag, kunnen niet anders dan midden op de weg draaien en belanden in de armen van een politieagent. Jeffrey is de eerste die een les in verkeersregels krijgt. Wij zijn de volgende. We hadden door moeten rijden tot de volgende rotonde en dan draaien.… Zonder bekeuring rijden we naar de kust.
Jeffrey weet een idyllisch plekje aan zee. Een tiental kilometers na Accra verlaten we de hoofdweg om naar de kust af te dalen. We komen door zeer arme vissersdorpjes en belanden dan in Kokrobite bij Big Milleys Backyard.
Een Franse vrouw heeft hier met haar team een Oase met palmbomen, rieten huisjes en enkele plekken voor campers gecreëerd. Daarnaast heeft ze een goed lopend restaurantje met uitzicht op zee. Hier willen we wel een nachtje blijven voordat we richting Cape Coast gaan.
José en Jeffrey kopen bij een van de stalletjes op het terrein enkele kledingstukken en bij het passen leggen ze even het fototoestel terzijde. Als ze daarna een foto willen maken is het toestel weg ….
De mensen van de camping voelen zich verantwoordelijk en doen alles om het toestel te achterhalen.
Als dit gezoek niets oplevert, stelt de leiding van de camping voor naar een voodoopriester in het dorp te gaan. Jeffrey gaat de uitdaging aan en gaat met enkele mensen van de camping naar deze man.
Het is al donker als ze bij het huisje arriveren. Het lijkt alsof er niemand thuis is. Dan komt er een man aangelopen die gebaart te gaan zitten. Ze bevinden zich in een kleine, door een gordijn afgesloten ruimte. Jeffrey vertelt met behulp van de campingleiding zijn verhaal.
Dan verdwijnt de man achter het gordijn en gebaart Jeffrey hem te volgen. Hij komt in een donkere ruimte met kaarsen. Hij moet gaan zitten en krijgt een ijzeren bakje aangeboden dat hij met twee handen moet omvatten. De man raakt langzaam in trance en begint een gesprek met een denkbeeldig iemand. Jeffrey voelt dat het bakje in zijn handen warm wordt, tot zeer warm zelfs. En tot zijn verbazing komt er ook rook uit. Als het dan ook nog vlam vat, vraagt hij zich af waar hij in verzeild is geraakt. De man komt uit zijn trance en vertelt dat de campingleiding geen blaam treft. Een man met een rastakapsel heeft het toestel gestolen. Zijn naam kon de voodoopriester niet duidelijk horen. Over drie dagen zal de naam van de man bekend zijn en het toestel terug bezorgd worden. Het hele ritueel was gratis.
Zo komen we via Jeffrey toch nog in contact met een voodooritueel, en waarschijnlijk authentieker dan de rituelen die voor veel geld voor toeristen opgevoerd worden. In Quida in Togo, het centrum van de voodoo, waren we te vroeg in het stadje om iets mee te maken en zijn we doorgereden.
Ondertussen hebben wij een ongenode gast in onze camper …. Hij eet onze bananen op, prikt in onze voorraadzakjes, houd ons ’s nachts uit de slaap en is bovendien niet zindelijk. Het beestje reist al enkele dagen met ons mee, maar laat zich verder niet zien. Hoe krijgen wij dit muisje uit onze auto?! We hebben bij de voorbereidingen van de reis aan veel gedacht, maar niet aan muizenvallen. En vindt in dit Afrikaanse land maar eens een muizenval. Al het vee loopt hier los en de muizen ook. Pogingen om een val te vinden zijn tot nu toe op niets uitgelopen.
Vrijdag 27 februari
Vandaag rijden we langs de kust van Ghana via Cape Coast naar Elmina. Hier staat één van de belangrijkste monumenten van Afrika, het kasteel van St George. Vier eeuwen lang was dit het centrum van de Europese handel in goud en slaven. Het is het oudste Europese gebouw in Afrika. De Portugezen waren de eerste handelaars die van hieruit hun rijkdom opbouwden. Daarna hebben de Nederlanders Elmina 2 ½ eeuw in hun bezit gehad (1637-1871) en werd dit fort het centrum van de slavenhandel van de West-Indische Compagnie.
Het fort ligt boven op een rots en is van verre al te zien.
Een gids leidt ons door de vertrekken van het kasteel. Tal van Nederlandse teksten, namen van gouverneurs, bijbelcitaten en spreuken prijken op de muren of gevelstenen. De Hollanders hebben duidelijk hun sporen achtergelaten zoals ook blijkt uit de vele Nederlandse achternamen die de inwoners van Elmina met zich meedragen. En ook nu is er nog contact met Nederland. Elmina is een partnerstad van Gouda.
Onze gids weet op een persoonlijke en indringende manier ons door de verschillende vertrekken te leiden. Op de binnenplaats waar de slaven werden verzameld, kon men zonder zelf gezien te worden door een spleet in de muur de slaven aanwijzen die men wilde kopen.
De gouverneur kon vanaf de bovengalerij de mooiste slavin voor de nacht kiezen. Via een speciaal aangebrachte trap kon zij ongezien in de slaapkamer van de gouverneur komen.
In de zeer kleine ruimten werden de slaven zonder enige voorziening opgesloten. Als de gids ons in een donkere ruimte achterlaat en de deur op slot doet, willen we zo snel mogelijk weer naar buiten. De onmenselijke behandeling van de slaven laat hij goed naar voren komen. We lopen hier, maar zijn beslist niet trots op wat onze voorouders hier hebben gepresteerd.
In een van de gangen hangen foto’s van het recente bezoek van Willem Alexander en Maxima aan Elmina.
Enigszins bedrukt drinken we nog een kop koffie in het fort en banen ons dan een weg door de souvenirs verkopende handelaren naar de camper.
Verder rijdend langs de kust zien we honderden borden met namen van kerkgenootschappen: pinkstergemeente, Jehova’s getuigen, zevendedagsadventisten, presbyterianen, katholieken, protestanten. Daarnaast een grote hoeveelheid kerken van “selfmade” priesters. Ghana is een zeer godsdienstig land, zeventig procent van de Ghanezen is christelijk.
Er zijn doorlopend kerkdiensten die zeker op zondag zeer druk bezocht worden. Een dienst duurt minstens twee à drie uur en er wordt uitbundig op z’n Afrikaans gedanst en gezongen, ook in de protestante diensten.
Naast de eindeloze kerkgenootschappen blijkt de religieuze betrokkenheid van de Ghanezen ook uit hun naamgeving aan de winkels. Enkele voorbeelden: een fotozaak Jesus’ eye Fotoshop, een slagerij noemt zich Blood of Jesus Coldstore en de wekelijkse nationale loterij Hope in God.
In Busua zetten we onze camper neer bij Alaska Beach, geen naam voor deze omgeving. Men herkent Jeffrey nog van vier jaar geleden. Het is een vreemde camping, ook hier expats met hun liefjes voor een weekend.
We staan met onze camper tegenover een open kerkgebouw. En daar zijn we uren lang getuige van Afrikaanse zang en dans afgewisseld met de opzwepende teksten van de voorganger, en de gillende en krijsende stemmen van vrouwen die in trance raken. We gaan eens kijken wat er allemaal gebeurt. De kerk is tjokvol. We zien mannen speurend over de kerkbanken lopen. Zij rapen flauwgevallen vrouwen op en leggen hen neer bij het spreekgestoelte. De in trance geraakte vrouwen worden ook naar voren gebracht. Als de spanning en de emoties te hoog oplopen gaat de voorganger op een zachte geruststellende toon verder. Hij bespeelt zijn publiek als een volleerde volksmenner.
Wij vinden het gebeuren beangstigend en kunnen deze totale overgave aan eigen emoties moeilijk begrijpen. Verwondering blijft over.
‘s Avonds trakteert José ons vanwege haar verjaardag op een lekkere maaltijd in het campingrestaurant. Als we daarna de camper opzoeken is de kerkdienst nog steeds gaande. Om elf uur zijn de laatste kerkgangers vertrokken en hebben wij rust.
Zaterdag 28 februari
Vannacht werd ik wakker doordat er iets over mijn hoofd liep. Ik mepte en constateerde tot mijn grote schrik dat het zacht en groot was. De zoektocht naar een muizenval moet nu echt geïntensiveerd worden, een muis in mijn bed vind ik te ver gaan. De jongen van de camping kan ons pas maandag aan een muizenval helpen, wij vertrekken echter maandagmorgen.
We besteden deze dag aan website, wassen en luieren.
’s Avonds eten we in een Frans restaurantje aan de kust.
Zondag 1 maart
Vandaag duurt de kerkdienst de hele dag. De luidsprekers staan op tophoogte en de vrouwen vallen met bosjes flauw, of door hitte of door trance.
Het strand biedt soelaas, hier horen wij de muziek minder en zijn we even verlost van deze indringende manier van Godsverering.
We verlangen weer naar de stilte van de woestijn ..…