Burkina Faso en Mali

 

Burkina Faso
Zondag 8 maart
Onze tocht naar de grens van Burkina laat andere beelden zien dan we gewend waren in Ghana. De diverse soorten christelijke kerkjes worden vervangen door moskeeën en de vrouwen lopen weer met hoofddoekjes om. Er is ook duidelijk meer armoede.
We staan verbaasd over de vele fietsers die we hier zien, maar ook over de onhandigheid van de mensen bij het op- en afstappen. Zo gauw er een auto aankomt, rijden ze de berm in.
In de kleine dorpen zien we coöperaties van vrouwen die met elkaar een naaiatelier runnen.

 

Bij de grenspassage met Burkina krijgen we problemen met de invoer van de auto. Ons carnet de passage wordt niet geaccepteerd. Vreemd als je bedenkt dat we met datzelfde carnet op de heenreis Burkina in en uit zijn gekomen. Het bedrag dat we moeten betalen is niet veel (acht euro), maar toch geven we ons niet zomaar gewonnen. Er worden telefoontjes gepleegd, hogeren in rang ingeschakeld met als resultaat dat we na anderhalf uur de snikhete ruimte kunnen verlaten met acht euro minder in onze portemonnee.
Onderussen ligt een van de douanebeambten languit op de grond achter zijn bureau te slapen,  terwijl de rest om en over hem heen stappen om de formaliteiten af te handelen. Ik zie dit in Nederland al voor me …..

Tijdens een koffiestop langs de kant van de weg worden we omringd door kinderen en moeders met kinderen. Ze vragen nergens om, maar staan wel ademloos te kijken naar onze auto. Het lijkt of al hun zintuigen op volle toeren werken om maar niets te missen. Wij hebben geen idee hoe wij en de camper in hun koppies worden opgenomen. Boeiend om te zien. Wij delen onze laatste ballonnen uit en trekken verder.

             

Naast het werken kunnen de vrouwen ook goed samen feest vieren. Het is vandaag internationale vrouwendag. Overal staan vrouwen in groepjes bij elkaar, ze zingen en dansen en hebben veel plezier. De vrouwen zijn prachtig uitgedost in groene en paarse kleding. Speciaal voor deze dag worden stoffen ontworpen in twee kleuren. Op de stof staat de datum 8 maart 2009 gedrukt. Een enkele vooruitstrevende man heeft een overhemd van dezelfde stof als waarin zijn vrouw loopt. Elk jaar op vrouwendag worden twee nieuwe stoffen gemaakt. Uiteraard alleen voor de vrouwen die het kunnen betalen en zo wordt onbedoeld  het verschil tussen arm en rijk geaccentueerd.
Ook bij de grens zijn de vrouwen uitbundig aanwezig. Terwijl ik de grensformaliteiten afhandel, wordt Marijke door de vrouwen betrokken in hun dansfestijn. Wat een verschil met de vrouwendag in Nederland.
Het is inmiddels half drie geworden en vanwege de hoge temperaturen en de late tijd laten we tot onze spijt Tiébélé vallen. Gelukkig zien we onderweg toch nog de mooi beschilderde huizen waardoor Tiébélé beroemd is geworden.
Bij een tolpoort staat een groep vrouwen in hun mooie jurken feest te vieren. We vragen of we foto’s mogen maken. Ze nodigen ons aan tafel uit om mee te eten. De aanwezige mannen spreken hun bewondering uit over hun vrouwen.
Als de anderen arriveren gaan we verder. Rond zes uur zijn wij op de vertrouwde plek in Ouaga bij Motel OK Inn. Vanwege vrouwendag is er een uitgebreid warm en koud buffet waar wij met graagte aan deelnemen.

Maandag 9 maart
Vanuit Ouaga nemen we de N1 naar Bobo Dioulasso. Ondanks de vele gaten is de weg goed berijdbaar. De hoge temperatuur van 46 graden brengt onze energie naar het nulpunt.

In de buurt van Boroma zoeken we Campement Kaicedra. Een jongen rijdt met ons mee om ons de weg te wijzen. Geen overbodige luxe, via smalle kronkelweggetjes komen we uiteindelijk bij het campement aan.

Door overvloedige regenval in 2008 is de rivier overstroomd en heeft het water metershoog in de huisjes gestaan. Vandaar dat het geheel min of meer buiten gebruik is en opnieuw wordt opgebouwd. Het is een mooie rustige plek aan het water, de weg er naar toe is echter niet geschikt voor grote campers.

Dinsdag 10 maart
Half zes op. Zoals bijna elke dag: strakblauwe lucht en stralend weer. Vannacht hoorden we de geluiden van nijlpaarden en olifanten. Het blijft bijzonder om midden in de natuur te overnachten. We rijden via ons gps het smalle weggetje door de brousse terug. In het zachte ochtendlicht krijgt de omgeving iets onwerkelijks. Wat is Afrika mooi!

          

We rijden de nieuwe, met gelden van de Europese Unie aangelegde weg van Boromo naar Bobo. Ook fietsers maken dankbaar gebruik van dit gladde asfalt. Om ons heen zien we weer  de prachtig uitgedoste vrouwen, velen nog in hun gedateerde jurk van eergisteren.

Bobo is in vergelijking met Ouaga een zeer rustige stad met een relaxte uitstraling. We staan met onze campers in een kleine binnentuin bij Casa Afrika. Samen met Trix en Arnoud nemen we een taxi om de moskee van Bobo te bekijken. De in Soedanese stijl opgetrokken moskee is in 1893 gebouwd en valt vooral op door zijn witte kleur en de vele houten staketsels die aan alle kanten uit het bouwwerk steken.

Na een  gezamenlijk kop koffie zoeken we afzonderlijk onze weg door de souk. We verdwalen en dan vraagt een jongetje ons of wij de “artisanat” zoeken. Hij brengt ons in vijf minuten op de plek waar wij willen zijn. We kopen na lang loven en bieden twee kleden. Het onderhandelingsritueel blijft een boeiend gebeuren. Het is een over en weer aftasten van de grens van de mogelijkheden. Je hebt goed onderhandeld als beide partijen tevreden zijn met het eindresultaat. Bij Casa Afrika kopen we nog een beeldje en twee kettingen.

De temperatuur ligt boven de veertig graden. De weeïge geur van de ons omringende hasj rokende Fransen brengt geen verlichting en de nacht ook niet.

Mali
Woensdag 11 maart
De N8 naar de grens met Mali is uitstekend in tegenstelling tot wat wij in de boekjes lazen.  De gegevens over de wegcondities zijn al snel gedateerd. Omdat òf een redelijke weg in zeer korte tijd slechter is geworden òf men net bezig is de weg te reparen. De beste informatie komt van reizigers die het traject recent hebben gereden.

We komen  snel en efficiënt Burkina uit en Mali in. De formaliteiten zijn  binnen anderhalf uur afgehandeld. Wonderlijk als je bedenkt dat wij de helft van de ambtenaren in slapende toestand aantreffen (onder bomen, achter bureaus, op bankjes), een kwart van de ambtenaren in semi actieve stand (bezig met theezetten, televisie kijken, lezen) en de rest de klanten helpt.
Even na Sikasso gaan we de weg af voor Les Chutes du Farako. Het regenseizoen is voorbij en daardoor hebben deze watervallen aan kracht ingeboet. Maar de plek is ideaal voor een picknick.
De omgeving wordt vochtiger en groener. We passeren vele mangoplantages en zelfs een enkele theeplantage. In de dorpen staan hele grote potten voor de opslag van graan. 

Ook vandaag liggen er weer drie vrachtwagens en een bus langs de kant van de weg. Toch zal men even vrolijk doorgaan met de metershoge belading van de vrachtwagens.
In Bougouni overnachten we bij een verlopen hotel onder een mangoboom. Geen plek om lang te blijven.

Donderdag 12 maart
De route van Bougouni naar Bamako is goed te rijden, op een enkel slecht stuk na. 

Als we een koffiepauze houden aan het Lac du Sélingué met zicht op de stuwdam, worden we door twee militairen ondervraagd naar onze bedoelingen. Koffie drinken …. Het is militair gebied en of we het bord verboden te parkeren niet hebben gezien. Wel gezien, maar niets mee gedaan. We worden gesommeerd om mee te komen. 

In de militaire post bij de dam worden we door een hogere pief nog eens allervriendelijkst ondervraagd. Alle gegevens worden opgeschreven, paspoort gecheckt, en oh wonder er wordt geen boete opgelegd. Wel krijgen we op onze vraag of er aan het meer nog een overnachtingsmogelijkheid is, hotel Woloni aanbevolen. Een schitterende plek. We staan  met onze campers aan het stuwmeer.

Het water is volgens de Franse eigenaar bilharzia-vrij. Veiligheidshalve laat hij het water elke twee maanden testen. Jammer genoeg horen we dit pas vlak voordat we vertrekken.
We computeren, lunchen en genieten ‘s avonds van een mooie sterrenhemel.

Vrijdag 13 maart
Vanaf het meer terug naar Kangaré en vandaar over de uitstekend geasfalteerde hoofdweg naar Bamako. We lunchen in Hotel Mandé. Door iedereen geprezen vanwege zijn mooie dakterras met prachtig uitzicht over de Niger. Ook wij zijn enthousiast. 

   

In het drukke verkeer in Bamako maken we een verkeersovertreding en worden door een agent staande gehouden. We zeggen dat we door het vele eenrichtingsverkeer even het spoor bijster zijn. Hij wil geld zien en na lang onderhandelen en na bemiddeling van kennelijk een invloedrijke voorbijganger kunnen we zonder betaling doorrijden.
Het laatste stuk van de weg, naar Kayes, is eentonig en lang. We lossen elkaar om het uur af om bij het rijden niet in slaap te vallen.
Er zijn geen hotels of campings dus maken we een bushcamp in de buurt van Didiéni.
Onze darmen zijn al een week op drift en ondanks droge rijst, brood en een enkel visje komt er geen verbetering in de toestand. We gaan over op een antibioticakuur. Hopen dat dit helpt.

Zaterdag 14 maart
We vervolgen onze weg naar Kayes. Het is de warmste stad in Afrika. In april en mei lopen de temperaturen op tot 50 graden. Wij hebben geluk vandaag met 46 graden …. De hoofdweg brengt ons naar Kita om van daaruit bij het Fort de Médine en de Chutes de Félou te komen. Het is een zeer slechte weg: smal, loopt over rotsblokken, uitermate geschikt voor 4×4. Het fort verkeert in de laatste restauratiefase, maar de weg ernaar toe moet nog aangepakt worden. De brug is ingestort en via een zeer steile omweg omzeilen we deze blokkade.

Uiteindelijk komen we op een groot rotsplateau tot stilstand. En dan wordt ons geploeter beloond met een schitterend uitzicht op de “watervallen”: tientallen stroompjes die hun heldere water over de rotsen in het meer loodsen. Dit wordt onze plek voor de nacht. Lichtjes aan de overkant, sterren boven ons en een man op de hurken achter ons. Hij zegt niets, zit en kijkt (voor zover er in het donker iets te zien valt). Onthaasten kun je hier leren!
Wij leven nog steeds erg sober: kop bouillon, rijstwafels, droge rijst, crackers en thee.

Zondag 15 maart
We krijgen een vlammende zonopkomst boven het water. Om zes uur staat er al een jongetje naast onze camper. De man van gisteravond is verdwenen.
We verzamelen moed om de zestien kilometer zeer beroerde weg terug te rijden. De temperatuur stijgt gestaag, om zeven uur is het al dertig graden. En dan nog zie je jongens op de fiets met ijsmuts op en regenjas aan!
Bij het douanekantoor van Mali speelt zich het volgende tafereel af. Een douanier ziet Trix’ paspoort en zegt: ”66 jaar” en knikt goedkeurend. “Ja, ik heb ook kinderen en kleinkinderen” zegt Trix. “Waar is uw man?” “In de auto.” ”O”. Dan kom ik aan de beurt. Hij ziet mijn paspoort, maakt een rekensommetje, kijkt mij aan en zegt verbaasd “67”. Ik knik en denk: als hij nu maar niet vraagt naar kinderen en kleinkinderen, want die heb ik niet en dat is in Afrikaanse landen toch echt een minpuntje. “Waar is je man?” “Overleden.” “Met wie reis je?” “Met een vriendin.” “Waarom ben je niet weer getrouwd.” “Ik heb de juiste man nog niet gevonden.” …… (even stilte) “Oh, dan moet je mij nemen. Ik ben een prima man en wil graag met je trouwen.” Luid gelach om ons heen.
Dit soort kinderlijke directheid is ontwapend. We zijn het vaker onderweg tegengekomen. En  dat er  tien wachtenden achter je staan, maakt hen niets uit. Het leven gebeurt nú!

              

Er mag bij de overheidinstanties niet gefotografeerd worden, zeer tot onze spijt. We zien vaak boeiende plaatjes. Ook bij dit douanekantoor aan Malinese kant. In de kleine ruimte staat een groot tweepersoonsbed. Erboven is een draad gespannen waaraan een onderbroek en een handdoek hangt en in de hoek staat een televisie met daarvoor een douanier buiten dienst. Verder nog een tafel voor de paspoorten en een stoel. De contrasten met Europa zijn erg groot.

Wij verlaten Mali. Zonder man, teveel gedoe met invoerrechten ….

Naar verslag Senegal