Dinsdag 10 februari
Van uit Bankass rijden we naar de grenspost in Koro. Tot onze verbazing worden de grensformaliteiten zo snel en efficiënt afgehandeld, dat in korte tijd alle benodigde stempels voor het in- en uitvoeren van de auto en onszelf in ons bezit zijn.
Burkina Fasso, het vroegere Opper-Volta is 8 keer zo groot als Nederland en sinds 1960 een onafhankelijke republiek. Van de ruim 14,8 miljoen inwoners verdient de helft minder dan een dollar per dag en één op de vijf mensen is ondervoed. De levensverwachting van mannen is ongeveer 46 jaar en van de vrouwen 47 jaar. Ook in Burkina krijgen de vrouwen gemiddeld meer dan 6 kinderen.
Maar 25 procent van de mensen van 15 jaar en ouder kunnen lezen en schrijven. 50 procent van de bevolking behoort tot de Islam en 40 procent tot het animisme.
We gaan verder richting Ouahigouya, de weg is piste met gaten maar wel goed te rijden. Na afloop zitten de auto en wij van binnen en buiten onder het rode zand.
We willen in Ouahigouya overnachten en Jeffrey heeft met moeite voor ons een onderkomen gevonden bij een verlopen conferentieoord. We zijn allang blij dat we kunnen douchen. De locatie is even wennen, we douchen namelijk in het mannentoilet waar de douchekop is opgehangen boven het urinoir ….
De vorige avond was er voor onze groep voor het gezamenlijke diner een geit geslacht. De helft van de groep zat toen in het bushcamp en miste de maaltijd. Maar het restant van de geit is keurig voor ons bewaard en meegenomen. Met gemeenschappelijke inspanning van Jolanda, Virginia en mij hebben we een heerlijke maaltijd bereid.
De temperatuur ligt rond de 39 graden. Door het lage vochtigheidsgehalte is het uit te houden, hoewel het slapen ‘s nachts bij deze hitte iets moeilijker gaat.
Woensdag 11 februari
Onze banden staan nog niet op normale spanning vanwege het piste rijden van de vorige dag. We gaan met vier campers op zoek naar een plek waar we onze banden kunnen oppompen. We worden van het kastje naar de muur gestuurd en als we eindelijk iemand hebben gevonden zijn we drie kwartier verder (en dan te bedenken dat Jeroen in zijn truck een compressor heeft …).
Op naar Ouagadougou, Ouaga zoals de Burkinezen zeggen, de hoofdstad van Burkina.
Het is kennelijk op vele plaatsen marktdag. Er worden geiten en schapen op en in auto’s vervoerd. Kippen hangen bungelend aan het stuur en een enkele geit ligt happend naar adem gebonden achter op de bagagedrager. Ook op de zeer hoog opgestapelde vrachtwagens is toch nog plaats voor mens en beest. Vrouwen dragen alles op hun hoofd, daarbij vaak ook nog een kind aan de hand en een op de rug.
En zo beweegt alles zich richting markt. De markt speelt zich meestal af langs de hoofdweg en het is een kakofonie van kleuren en geluiden. Het is steeds weer boeiend om dit alles mee te maken.
In Ouagadougou komen we van het asfalt in het zand. Er is een omleiding omdat een gedeelte van de stad is opgebroken. Zigzaggend rijden we door de smalle straatjes en komen toevallig een garage tegen met een Volkswagenlogo. Niet dat dit veel betekent, maar wij besluiten onze oude, redelijk uitziende remschijven hier af te geven. De verbaasde man is enthousiast als hij begrijpt dat hij ze mag houden.
Ouaga is een drukke stad met een verstikkende atmosfeer. De uitlaatgassen blijven door de hitte hangen en zorgen voor een niet optrekkende mist in de stad.
Om onze overnachtingsplek te bereiken moeten we over een grote TIR-plek voor vrachtwagens rijden. We belanden dan op een mooie plek onder bomen bij Motel OK Inn. Ze hebben een prima restaurant en een goed zwembad. Hier willen we wel een paar dagen verblijven.
Wij liggen al uitgebreid in het zwembad als de anderen arriveren. ‘s Avonds eten we een Franse tournedos met frietjes, heerlijk!
Donderdag 12 februari
We hebben ons geïnstalleerd aan het zwembad van ons Motel OK Inn onder een open hutje met elektriciteit, werken aan de site, zwemmen, genieten van een drankje en, o pure luxe, van een bezoek aan de kapster die mijn haar knipt, bijna voor mijn camperdeur. Met een professioneel, door Jolanda, geknipte coupe ben ik weer voor een maand toonbaar. Gek genoeg hebben we op al onze lange reizen iemand in de groep gehad die ons haar weer fatsoeneerde.
‘s Avonds eten we buiten bij het zwembad van het restaurant.
Fransen die we eerder op onze tocht op verschillende plekken zijn tegengekomen staan hier ook. We wisselen de ervaringen van de afgelopen weken over en weer uit. Ook een Nederlands echtpaar met kind komen we hier tegen.
Vrijdag 13 februari
Om half zes loopt onze wekker af. We willen het Moro Naba-ceremonieel meemaken. Tot 1898 was Ouaga het centrum van het rijk van de Mossi. Ook nu wordt nog elke vrijdag het huidige hoofd van de Mossi, koning Moro Naba, de machtigste man van Burkina, bij belangrijke beslissingen geraadpleegd door de regering.
Wij arriveren om kwart over zeven, er zijn nauwelijks mensen. We vragen ons af wat dit gaat worden. Op een grote vlakte staat in het midden een soort hutje. Van onze plek kijken we tegen de achterkant van de keizerlijke woning. Deze ziet er overigens zeer sober uit.
Langzaam komen er allerlei prominente Mossi-mannen binnen op scooter, taxi en fiets. Uit hun kleding is de belangrijkheid van hun functie af te lezen. Ze zetten zich in groepen op de grond. De belangrijksten het dichtst bij de plek waar de koning straks verschijnt. In afwachting van zijn komst wordt het paard gezadeld en geborsteld. Dit alles duurt zo lang dat het paard ongeduldig wordt en moeilijk in het gareel te houden is.
Dan verschijnt Moro Naba in een rood gewaad, symbool voor oorlog, met zijn ongeduldig geworden paard. Er komt een kanonschot, het paard en wij schrikken ons te pletter. Het steigerende dier doet de hoogwaardigheidsbekleders op de voorste rijen achteruitdeinzen. Ook de koning verdwijnt, het paard wordt afgevoerd. Moro Nabo komt terug in een wit gewaad, teken van de vrede.
De gasten krijgen dranken aangeboden en kunnen met hun problemen op audiëntie bij de koning. Wij hebben even geaarzeld of wij onze problemen ook aan de koning zouden voorleggen, maar hebben hiervan afgezien.
We drinken koffie in een echte patisserie met door Jeroen en Jolanda uigezochte taart.
Vervolgens een bezoek aan het Nationaal Museum. Ook hier uitgebreide documentatie over kleding en maskers. Er is strikt voorgeschreven welke stam welke kleding mag dragen, ook voor arm en rijk zijn er verschillende kledingvoorschriften.
Daarna een heerlijke knappende pizza gegeten (zelfs ik, die nooit pizza eet, vond hem lekker).
Het museum voor muziekinstrumenten is gesloten zodat we eerder dan verwacht in het zwembad liggen.
Zaterdag 14 februari
Samen met Trix en Arnoud rijden we Ouaga uit.
Marijke en ik hadden nog even de berichten bij Buitenlandse Zaken over onveilige gebieden in Burkina gecheckt. Buitenlandse Zaken waarschuwt voor gewapende overvallen, ook overdag op de uitvalswegen vanaf Fada Ngourma naar het oosten (richting Niger) en het zuiden (richting Benin). De laatste weg naar het zuiden zullen wij vandaag rijden. Afgeraden wordt om zonder escorte te reizen. Als wij deze informatie enkele dagen eerder aan Jeroen doorgeven is zijn enige reactie: “je weet pas na afloop of het gevaarlijk was”.
Wij nemen onze eigen verantwoordelijkheid en zeggen tegen Trix en Arnoud dat wij graag met twee campers samen reizen en we spreken af elkaar bij het eerste tankstation in Fada Ngourma te ontmoeten. Loek en Angelien zullen daar ook zijn. Jeroen is met dit zelfstandig optreden niet blij.
Gezamenlijk rijden we vanaf Fada Ngourma naar Pama. Onder toezicht van het hele dorp drinken we onder de plaatselijke boom een drankje en wachten op een bericht over onze overnachtingsplek.
Als we na twee uur nog niets hebben gehoord stuurt Angelien een smsje naar Jeffrey waarna hij haar belt. Hij komt ons halen, het blijkt dat we nog veertien kilometer door de bush in het donker moeten rijden en we zijn blij dat hij voorop rijdt. We zijn moe en uitgeteld als we aankomen in Burkina Safariclub in Tagou. Jeroen blijkt er al te zijn. Het blijkt dat de smsjes van Jeffrey bij ons niet zijn doorgekomen.
Iedereen is chagrijnig. Wij besluiten voor onze eigen tent een aperitief te drinken en hebben even geen zin in de groep.
Zondag 15 februari
Om vijf uur staan we startklaar voor een safari in het Parc National d’Arli. In een open safariauto wordt met hoge snelheid de zeventig kilometer naar het park via zeer slechte wegen afgelegd. Er staan twee mannen achter op de auto, zij moeten in het park het wild gaan spotten.
Wij zijn even vergeten dat het, om vijf uur in de morgen in een open auto, zelfs in Afrika koud kan zijn. We hebben geen vest of trui meegenomen en dat bezorgt ons enkele koude uren.
Bij de ingang van het park drinken we een kop koffie en beginnen dan pas aan de eigenlijke toer.
We zien verschillende soorten vogels, wrattenzwijnen, antilopen en op afstand ook buffels. Samen met de gewapende ranger, proberen we lopend dichter bij deze beesten te komen. Ze zijn zeer schuw en het lukt ons niet ze van dichterbij te bekijken.
Het meest boeiend is de ontmoeting met een kudde olifanten die al klapperend met hun oren kenbaar maken dat ze ons graag zien verdwijnen. Dreigend komen ze op ons toelopen, houden halt en wachten af wat wij gaan doen …. maar wij doen niets.
Op de terugweg drinken we nog een cola en rijden onze route terug naar Pama. Rond drie uur zijn we terug op onze campingplek en brengen de middag door in en rond het zwembad. Er zijn slechtere plekken te bedenken bij deze hitte.
Na het avondeten in het restaurant laat Jeroen weten dat hij het reisbegeleiderschap neerlegt omdat we geen vertrouwen in hem hebben. Dit heeft dan vooral betrekking op Trix, Arnoud, Marijke en mij. Angelien en Loek zijn veel meegaander, wij hebben hen in het bijzijn van Jeroen nog nooit een kritische opmerking zien plaatsen over de gang van zaken.
Verder geeft hij aan dat hij nog een week zal meereizen zonder reisbegeleider te zijn en dan alsnog zal bepalen of hij afhaakt. Inmiddels is dit al de derde dreiging van vertrek die we krijgen voorgeschoteld.
Jeroen stapt na het eten op en zegt: “ik hoor wel wat jullie besluiten”. Voor ons is duidelijk dat, als Jeroen afhaakt, wij gewoon doorreizen. Loek en Angelien zitten in een impasse. Zij weten niet of zij bij vertrek van Jeroen met hem mee kunnen reizen. Zo niet, dan moeten ze met ons mee. Zij houden beide opties open. We besluiten te gaan slapen en morgen verder te praten.
Wij staan met onze auto aan de buitenkant van het campement. Als we in het donker voor onze camper nog iets drinken, vangen wij ongewild flarden op van het gesprek dat bij Jeroen voor de camper gevoerd worden tussen Jeroen, Jolanda, Virginia, Loek en Angelien. Jeffrey voegt zich later ook bij het groepje.
Het blijkt dat Angelien en Loek met Jeroen mee mogen reizen. Het probleem van hen is daarmee opgelost. Zij willen echter ook dat Jeffrey met hen meereist. Met stijgende verbazing volgen wij de discussie die dan volgt. De essentie komt er op neer dat Jeffrey natuurlijk met de groep van Jeroen meegaat. Jeffrey is tenslotte aangesteld bij Camperreis.nl en Jeroen is Camperreis.nl dus gaat Jeffrey met hem mee. Daarnaast zijn zij in de meerderheid en hebben daardoor meer recht van spreken, aldus de discussie.
Er wordt behoorlijk op Jeffrey ingepraat en hij wordt onder druk gezet. Wij worden laaiend als we doorkrijgen dat ze ons achter willen laten zonder een terreinwagen…. Terwijl Jeroen en Loek beiden een 4×4 hebben en Jeffrey zou er als derde terreinwagen aan toegevoegd worden. Bovendien zouden we dan ook zonder satelliettelefoon komen te zitten omdat deze eigendom is van Jeffrey en hij die uiteraard niet zou achterlaten. Maar Jeffrey heeft herhaaldelijk gezegd dat hij geen mensen in Afrika alleen zou achterlaten en benadrukt dat nu nog eens.
We moeten ons tot het uiterste inspannen om ons niet met het gesprek te gaan bemoeien en niet te laten merken dat we alles kunnen volgen. Het verbaast ons dat niemand de vraag stelt of het in dit gebied (zie de informatie van Buitenlandse Zaken hierboven) wel verantwoord is om mensen zonder terreinwagen en satelliettelefoon achter te laten. Men is alleen bezig met de vraag “hoe krijgen we Jeffrey mee”.
Onze ontgoocheling is groot en het vertrouwen in deze mensen heeft een behoorlijke deuk opgelopen. Uiteraard hebben wij die nacht niet geslapen.
Maandag 16 februari
We maken deze morgen nog een boottochtje waar ook Loek en Angelien aan deelnemen. Er wordt weinig gezegd, iedereen is nog bezig met de vorige avond.
Bij terugkomst wordt de rest van de dag besteed om uit de impasse te komen. Er volgen ettelijke gesprekken om een tussenoplossing te vinden. Een voorstel is om Virginia samen met Jeffrey het reisbegeleiderschap te laten doen. Beiden willen wel en de meerderheid vindt het een goed voorstel. Maar Angelien denkt dat het niet zal werken en geeft aan niet verder met de groep te willen reizen, en Loek ondersteunt dit. Einde verhaal.
En dan ontspint zich een hele woordenwisseling. De “groep Jeroen” stelt voor om tot een splitsing van de groep over te gaan. Volgens ons is er absoluut geen sprake van splitsing, vijf mensen willen niet verder met de groep en haken af. Voor een splitsing is overeenstemming tussen beide partijen noodzakelijk en daarvan is bij ons geen sprake. Maar wat wij ook zeggen, de beslissing wordt ons door de strot geduwd. En zo worden wij gedwongen alleen verder te reizen.
We leggen ons uiteindelijk neer bij hun besluit, omdat dit in onze optiek de enige manier is om de reis voort te zetten. Wij vinden het weinig fraai hoe het spel gespeeld wordt. De discussie over splitsing of de groep verlaten is met name van belang voor de financiële afhandeling. Bij het verlaten van de groep ben je je reeds betaalde reissom kwijt, terwijl bij splitsing hier geen sprake van is.
Uiteraard is dit door Jeroen alles goed doordacht. Om in zijn eigen woorden te spreken: “ik lig in het doordenken van zetten altijd drie ronden voor”. De kogel is nu door de kerk, maar wij weten echter nog niet wat Jeffrey gaat doen. We gaan in gesprek met Jeffrey en vragen hem of hij met ons verder wil reizen. Na kort overleg met José zegt hij ja. Wij zijn heel blij met zijn reactie. Op de eerste plaats omdat hij een heel prettig persoon is om mee te reizen en te overleggen. En op de tweede plaats omdat hij een terreinwagen heeft en satelliettelefoon.
De beslissing van de “groep Jeroen” om ons zonder een terreinwagen achter te laten was niet alleen voor ons vieren, maar ook voor Jeffrey een eyeopener en een schok. Zijn principe is: je laat geen mensen alleen achter bij dit soort reizen. De herkenning doordat dit hemzelf een keer is overkomen, heeft hierbij een rol gespeeld. Bovendien is zijn standpunt: zij verlaten de groep en ik reis met de overgebleven groep verder.
Voor ons vieren heeft het hele gebeuren financiële consequenties. Jeffrey heeft aan het begin van de reis het hele bedrag voor zijn diensten uitbetaald gekregen. De vijf mensen die nu afhaken maken niet langer gebruik van de diensten van Jeffrey en dus moeten wij het resterende bedrag aan hen uitbetalen, aldus de “groep Jeroen”.
Wij staan midden in de bush en Jeroen wil het geld nu hebben. Het gaat om 5000 euro voor ons vieren. Ons cashgeld is niet toereikend. Een deel nu betalen en de rest bij terugkomst is geen optie voor Jeroen. We verzamelen onze euro’s en via de satelliettelefoon wordt ter plekke een internetverbinding tot stand gebracht en maak ik het geld over. Niet naar de secretaris van Camperreis.nl zoals wij hadden gewild, maar naar de privérekening van Jeroen.
We hopen met bovenstaande beschrijving antwoord te hebben gegeven op vragen die door onze trouwe lezers gesteld zijn over de gang van zaken in de groep. Morgen gaan we de grens naar Benin over en beginnen we aan een nieuw hoofdstuk. We hopen het hele gebeuren nu achter ons te kunnen laten en in Nederland verder af te handelen.