Dinsdag 9 april
Stralend weer en 28 graden. Terwijl Hammy en Geert met de taxi naar Mostar gaan, werken wij de site bij en treffen voorbereidingen voor een heerlijk pompoensoepje om daarna met een boek in de schaduw gewoon vakantie te houden.
’s Avonds zijn de verse forellen aan de beurt. De aluminiumfolie wordt ingevet met dille in olijfolie, viskruiden en citroenen. Dan de gesneden wortel en uien erbij, visje erop en het dichte pakketje op de grillplaat. En daarna ligt er een boterzachte forel op je bord. Heerlijk! Ook dat is Bosnië.
Woensdag 10 april
We blijven een dag langer op de camping in Blagaj. De gastvrije campingbaas “Ken” verwent ons regelmatig met een glas wijn of een pilsje. Hij is ongelofelijk vrijgevig.
Aan de hygiëne op de camping wordt minder aandacht besteed. Tijdens ons verblijf van drie nachten hebben wij geen poetsvrouw gezien. Daarom laten wij onze eigen handjes wapperen.
Als we ’s avonds bij “Ken” gaan eten staat er, voordat we ook maar iets besteld hebben, al een fles wijn en een stuk baklava op tafel.
De stralende zon, het buiten kunnen eten en de zomerse temperaturen maken het geheel nog aangenamer.
Donderdag 11 april
Omdat vlak bij Blagaj de rivier de Buna uit de karstrotsen ontspringt en wij in de buurt zijn, willen wij graag deze ontstaansplek bezoeken. Eenmaal als Unesco monument benoemd, moet het de moeite waard zijn.
Uit een spleet van zo’n 20 meter breed komt met donderend geweld 43.000 liter water per seconde de kalkrots uit rollen en vormt de rivier de Buna. Kristalhelder, steenkoud water dat zich kilometers verderop in de Neretva stort. Het is overdonderend!
Op de berg, tegen de rotswand staat nog een zeventiende eeuws Derwisj klooster. Een Osmaanse sultan heeft op deze unieke plek zijn paleisje gebouwd.
De oevers van de Buna zijn volgebouwd met koffietentjes, restaurants en souvenirwinkeltjes. In het hoogseizoen moet je op deze plek niet willen zijn.
Eenmaal gepakt door het water gaan wij ook op zoek naar de plek waar de Neretva en de Buna elkaar ontmoeten. Na enig zoeken vinden wij dit punt. Met hoge snelheid stroomt de Neretva door een smalle diepe kloof en de iets hoger gelegen Buna doet via talloze mini watervallen het water in de Neretva nog sneller stromen.
Van Blagaj rijden we binnendoor naar Buna en via de E73 en de 6 naar Trebinja. Bij Radimilja zijn wij vijf jaar geleden gestopt om de eeuwenoude graftombes te bezoeken, en nu om er een koffiestop te houden.
Uiteindelijk overnachten wij in de omgeving van Trebinje bij een goed bekend staand restaurant waar wij een heerlijke maaltijd gebruiken en daardoor gratis mogen overnachten (uiteraard geen camping gedrag vertonen).
Vrijdag 12 april
Als wij rond half tien vertrekken is de temperatuur al opgelopen tot 29 graden. Det gaat een warme dag worden. We vervolgen weg 6 tot aan de grensovergang met Montenegro. Gelukkig weten wij dat je niet achter de ellenlange rij vrachtwagens hoeft aan te sluiten en deze kunt passeren tot aan de grenspassage. Een gezette douanier, vastgeklemd in zijn pashokje zet met de traagheid van een schildpad enkele stempels. Het duurt een eeuwigheid voordat de klus geklaard is. Het is te hopen dat hij, voor het hoofdseizoen begint, weet waar zijn startknop zit.
Relaxed rijden we de voor ons bekende weg naar de baai van Kotor. We zakken af tot aan het meer van Kotor en staan weer op Autocamp Naluka.
In tegenstelling tot vijf jaar terug is het nu niet druk en zijn er prachtige plaatsen vrij aan het water.
’s Avonds eten wij in het restaurant aan de baai van Kotor ons visje met uitzicht op de ondergaande zon.
Zaterdag 13 april
Een warme herinnering aan mijn trouwdag in 1971. Wat een tijd geleden ….
Wij gebruiken deze dag om verdere plannen voor de reis te maken, te poetsen en te lezen. Terwijl Geert en Hammy met de bus naar Kotor vertrekken om deze stad te verkennen.
Na een door Geert gemaakt lekker “kippenprutje” borrelen en kletsen we nog even met onze Nederlandse overburen en liggen vroeg in bed.
Zondag 14 april
Er zijn vele voordelen aan samen reizen! Om er maar eens een te noemen: bij de start van elke rijdag komt de “glazenwasser” met zijn emmertje en stok onze voorruit schoonmaken. Hij heeft ons direct een abonnement voor de hele vakantie aangeboden, hetgeen een stuk voordeliger was. We hebben het getroffen want hij doet het uitstekend!
Het is een mooie zonnige dag en uitstekend geschikt om de “Ladder van Kotor” te rijden op weg naar Cetinje. In onze verslag van 2019 hebben we uitvoerig beschreven hoe wij de tocht aangepakt hebben.
Nu gaan wij het met Geert en Hammy opnieuw proberen. Het is een prima weg, smal en met veel haarspeldbochten. Er is niets aan de hand zolang je maar geen vrachtwagens tegenkomt.
En het toeval wil dat juist wij twee vrachtwagens als tegenligger krijgen. En dan begint het gedonder. Achteruit naar beneden. Hoever? Waar kan hij er wel langs? Hoeveel ruimte heb ik? Gaat de auto achter ons ook meebewegen? De vrachtwagenchauffeur stapt uit zijn wagen en managed mij naar de zijkant van de weg tot ik de daar staande boom kan zoenen. Met ingeklapte spiegels en twee centimeters ruimte tussen onze camper en zijn vrachtwagen schuiven wij langs elkaar heen. Gelukkig is de camper nog even breed als voorheen.
De vergezichten vanaf de duizend meter hoge pas op de baai van Kotor zijn prachtig en verrassend. Het is geen straf om deze weg voor de tweede keer te rijden, mits je bovengenoemde toestanden achterwege kunt laten.
Via Podgorica steken wij bij Hani i Hotit de Albanese grens over en rijden via de SH1 naar het meer van Shkoder naar camping Lake Resort Shkodra. Onderweg scoren we nog even een Albanees telefoonkaartje!
Maandag 15 april
Omdat de bergroutine er nog in zit gaan we vandaag de route naar Theth rijden, een plaatsje in de Noord Albanese Alpen. Voorheen was de smalle kronkelige weg alleen berijdbaar voor 4×4-voertuigen, maar sinds twee jaar is de weg tot Theth geasfalteerd. Vanaf onze camping is het ruim twee uur rijden naar boven. Het plaatsje is vooral bekend vanwege zijn mooie ligging in het nationaal park Theth.
De weg is adembenemend mooi. Het is de mooiste bergweg die wij tot nu toe gereden hebben, maar een weg met haarspeldbochten waarbij je het stuur van de camper tot het maximum naar links of rechts moet draaien.
Er wonen nauwelijks mensen op de route. In de winter waren de mensen volkomen van de wereld afgesloten door vier meter hoge sneeuwbergen. Sinds de weg geasfalteerd is, wordt hij ook sneeuwvrij gehouden en is de isolatie opgeheven.
Aan het einde van de asfaltweg staan enkele hotels en restaurants. Het toerisme is in opbouw. Vanuit Theth gaan veel wandelwegen de bergen in. Na een kop koffie beginnen wij aan de terugweg terwijl Geert en Hammy nog een wandeling naar Theth proberen. Uiteindelijk komen ze kort na ons ook op de camping terug.
Dinsdag 16 april
Het weer slaat om en er wordt veel regen verwacht. Omdat het vandaag nog redelijk droog blijft laten wij ons met een taxi naar Shkodër brengen. Shkodër is niet een stad om verliefd op te worden, het heeft weinig sfeer. De binnenstad heeft men autovrij gemaakt en de vele winkels, restaurantjes en koffietenten geven nog enige charme aan het geheel. Vermeldenswaardig is de pastry en coffeeshop Oraldi. Hier hebben wij tot nu toe de lekkerste taart gegeten!
Een bezoek aan de kathedraal in de binnenstad brengt ons niet in hogere sferen. De kathedraal heeft de uitstraling van een sportcomplex, hetgeen niet verwonderlijk is omdat de kerk tijdens de Hoxha-periode ook als zodanig in gebruik is geweest.
Op weg naar een restaurantje laat Geert zich nog eerst door een Albanese kapper kortwieken. Daarna nemen wij in een Italiaans restaurant een heerlijke simpele lunch en laten ons met een taxi weer terugbrengen naar de camping.
Tot onze verbazing zien wij in Shkodër veel mensen fietsen, in tegenstelling tot in andere delen van het land. Op gammele uitgeklede fietsen bewegen ze zich aan alle kanten van de straat en temidden van lopende mensen. Er is geen elektrische fiets te zien, waarschijnlijk te duur voor de gewone man.
Daarentegen is er geen gebrek aan dure auto’s. Het wemelt van de grote Mercedessen en BMW’s. Mooi gepoetst en vooral bestuurd door jonge mannen. In Albanie is 70% van de auto’s een Mercedes.
In de communistische periode, tot aan 1991, was import van luxe goederen niet toegestaan en waren het alleen overheidsfunctionarissen die met name in de twee bovengenoemde automerken reden. Zo werd het een symbool van macht en prestige en een symbool van mannelijkheid.
Na de val van het communisme in 1991 kwam de privatisering op gang. Sommigen gingen meer geld verdienen en de vraag naar Mercedessen werd steeds groter.
De auto’s deden het goed op de Albanese ongeasfalteerde wegen, konden tegen een stootje bij aanrijdingen, het was een goede investering omdat ze ook tweedehands hun waarde behielden en ze waren een statussymbool.
Naarmate de vraag naar Mercedessen steeg verdwenen er meer van deze wagens uit Europa, een lucratieve handel voor bendes die zonder problemen de auto’s in Albanië konden invoeren. En opsporen van deze auto’s is niet makkelijk, je kunt in Albanië zonder problemen voor een ingevoerde auto een Albanees kenteken krijgen ….
De wagens in het topsegment zien er allemaal schoongepoetst uit en het is dan ook niet verbazingwekkend dat er in Albanië bovenmatig veel autowasstraten zijn. Het doet ons denken aan Turkmenistan waar wij, bij het binnengaan van de hoofdstad Ashgabat, verplicht werden onze camper te wassen. Schone wagens pasten beter in de nieuwe luxe hoofdstad. Over statussymbolen gesproken.
Dinsdag 16 tot donderdag 18 april
Het mooie weer is afgelopen en we besluiten de regen maar over ons heen te laten komen en op de camping Lake Resort Shkodra te blijven tot het weer wat opklaart. De regen valt met bakken uit de hemel en er is een uittocht van campers die richting Griekenland vertrekken.
Overdag sorteren we foto’s en maken ons verslag en ’s avonds eten we in het restaurant waar een groot haardvuur voor de nodige gezelligheid zorgt.
Inmiddels klaart het weer wat op en hopen wij morgen aan onze volgende tocht te beginnen.
Lees verder: Albanië