Maandag 14 maart
Vandaag vliegen we naar Panama. Tot een uur kunnen we in onze kamer blijven.
Tom heeft voor het kamermeisje een fooi achtergelaten. De juffrouw die de inhoud van de koelkastjes moet controleren is eerder in de kamer dan het kamermeisje. Als Tom vlak erna naar binnen gaat blijkt de fooi al verdwenen te zijn. Het zal vaak voorkomen dat het kamermeisje niet krijgt wat haar is toebedacht. Na dit verhaal ben ik direct teruggelopen naar onze kamer en heb het geld voor het kamermeisje meegenomen. Op de diverse etages heb ik haar gezocht en gevonden. Toen ik haar het geld gaf werd ik beloond met twee zoenen. Ook Giel heeft deze procedure gevolgd.
We hebben ervan geleerd. We geven de fooi rechtstreeks aan het kamermeisje, desnoods een dag voor we vertrekken, en laten het niet meer op de kamer achter.
Om half vijf nemen we het vliegtuig naar Panama. Het is een uurtje vliegen, maar we bereiken pas om half negen ons hotel. Direct valt op dat men veel minder vriendelijk is dan in Colombia. Met tegenzin worden we geholpen. Welkom in Panama ….
Mijn verkoudheid gaat niet over. Inmiddels ben ik ook mijn stem kwijt en ga fluisterend door het leven. Tijd voor het starten van een antibioticumkuur.
Dinsdag 15 maart
Marijke en ik nemen een taxi naar de oude stad. Het is goed te zien dat Panama City ooit een bloeiende en welvarende stad is geweest met prachtige koloniale gebouwen.
Vele huizen zijn er al opgeknapt, maar van talloze gebouwen staan alleen nog de buitenmuren overeind. Het is wel een stad in ontwikkeling. De kathedraal en de kerk San José, met zijn opvallend met goudbewerkte altaar, hebben al een restauratie ondergaan. Maar het is geen aantrekkelijke stad. Nergens terrasjes om te zitten, veel gedeelten van de oude stad zijn onveilig. Er is veel bewaking.
‘s Middags brengen we een bezoek aan het Panamakanaal. Het kanaal is aanvankelijk gestart door de Fransen en later gefinancierd en afgebouwd (1914) door de Amerikanen. Het 81 kilometer lange kanaal vormt de verbinding tussen de Caribische Zee en de Grote Oceaan. De schepen hoefden niet meer om Zuid-Amerika heen te varen, hetgeen een ongelooflijke tijdswinst opleverde.
In 1848 hadden Amerikaanse investeerders al de Panama Railroad Company opgericht om het vervoer tussen de beide oceanen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Het kanaal volgt hetzelfde traject als de treinverbinding.
Het grondgebied rond de kanaalzone viel onder Amerikaans beheer. Pas in 1999 heeft Amerika het overgedragen aan de Panamese regering.
De grote boten varen op eigen kracht door het kanaal maar worden in het midden van de sluis gehouden door vier elektrisch aangedreven locomotieven die aan beide kanten van de sluis via een tandradspoor zich voortbewegen. Het Panama kanaal is de enige plek ter wereld waar de kapitein het volledige gezag over zijn schip tijdens de doortocht moet overdragen.
De tocht over het kanaal duurt 8 tot 11 uren. Wachttijd niet meegerekend.
Het huren van de locomotieven kost 3000 dollar per uur. Daarnaast moet elk schip afhankelijk van grootte en belading 100.000 à 200.000 dollar per doortocht betalen. Per jaar maken ongeveer 14.000 schepen gebruik van het Panama kanaal, circa 38 schepen per dag. Tel uit je winst! De laagste prijs voor de doortocht is betaald door de Amerikaan Richard Burton. Hij zwom in 1928 in tien dagen door het kanaal en betaalde 36 dollarcent.
In de stromende regen volgen we de boten door de sluizen. Een boeiend gebeuren. We lopen door het museum waar de hele bouw van de Panama Railroad en het Panamakanaal gevolgd kan worden. Triest te zien in welke erbarmelijke omstandigheden de arbeiders moesten werken. Bij de aanleg van de spoorlijn zijn duizenden mensen gestorven door malaria, gele koorts, ongevallen en geweld. Maar ook bij de aanleg van het kanaal zijn vele arbeiders omgekomen.
Om acht uur hebben we een ‘diner met folklore’. Het eten is goed, maar de show kan ons niet bekoren.
Woensdag 16 tot maandag 22 maart
Om vijf uur zijn we op, we nemen de trein van kwart over zeven naar Colon. We pakken bij het ontbijt nog even een banaan mee voor onderweg. De chagrijnige baas van het hotel, die de avond ervoor een aanvaring met Frank had gehad, sommeerde ons om de banaan terug te leggen …. Dat is nog eens service!
We gaan met een oud rijtuig van de Panama Railroad Company: houten lambrisering, gemakkelijke fauteuils en mooie groene sfeerlampen. We voelen ons helemaal thuis. Onderweg hebben we regelmatig zicht op het Panamakanaal.
Met de bus worden we naar ons hotel gebracht in Colon. Hier wachten we tot we onze auto’s in de haven kunnen afhalen.
Colon is een trieste stad met zeer veel armoede. Veertig procent van de mensen is werkeloos. Diegenen onder ons die de stad ingaan, worden door tientallen mensen gewaarschuwd dat ze terug moeten gaan naar het hotel en wel per taxi. Alleen op deze manier is het veilig.
Als ik een paar boodschappen in een supermarktje vijftig meter bij ons hotel vandaan wil halen, gaan Henk en Sjaak voor de veiligheid met me mee.
Ook in ons hotel verschijnen regelmatig twee agenten in kogelvrije vesten. Zij slapen, biljarten en hangen in de stoelen. Ze zijn uitermate vriendelijk.
Er zijn in Colon amper toeristen. Wel zakenmensen en mensen die hun auto uit de haven willen hebben zoals wij.
We zitten dus opgesloten. Kunnen niet naar buiten en moeten ons vermaken in dit zakenhotel zonder zwembad maar wel met internet. Wij werken aan onze site en denken “ach, het duurt nog maar een dag …”
Michel gaat naar de haven en komt terug met de mededeling dat er problemen zijn. Het geld is niet aangekomen in Panama, hoewel het tien dagen geleden is overgemaakt. De zaak ligt zeer ingewikkeld. Donderdag en vrijdag komen we geen stap verder. Onze campers zijn wel in Colon gearriveerd. Als hoge uitzondering mag Henk zijn medicijnen uit de camper halen.
Zaterdagmorgen nemen we met een aantal mensen een taxi naar het Sheraton hotel en gaan daar ontbijten. Even een andere omgeving. Omdat er in het weekend bij de haven niets geregeld kan worden en wij iets meer bewegingsruimte willen hebben, verhuizen wij naar het Meliá Panama Hotel in Colon. Er is een groot terrein met zwembad. Anderen gaan naar Isla Grande en Portobelo.
Maandag zijn alle kantoren vanwege een feestdag in Colombia gesloten. Omdat er ook met Colombia overlegd moet worden, kan er pas dinsdag iets ondernomen worden. Els, Marijke en ik nemen een taxi naar het winkelcentrum in de buurt van het hotel. We doen een paar boodschappen en laten ons na een uur weer bij het hotel afzetten. Het is een leuke onderbreking van de dag.
Als we dinsdagmorgen onze koffers gepakt hebben, krijgen we bericht van Michel dat de ex vice president van Panama is overleden, er een nationale dag van rouw is afgekondigd en daarom alle kantoren gesloten zijn. We pakken alles weer uit en brengen onze tijd lezend, zwemmend en televisiekijkend door. Van het nieuws in de wereld worden we niet vrolijk en daarom werken we de site maar bij.
Inmiddels zijn wij, en jullie dus ook, bij. We wachten op goede berichten zodat we eindelijk kunnen gaan rijden.
Woensdag 23 maart
Het lukt Sonja en Michel om de rederij cash te betalen (het geblokkeerde geld zit nog steeds vast in Amerika). Om elf uur vertrekken we naar de haven voor de afhandeling van de laatste formaliteiten. We verwachten nu echt vandaag te kunnen rijden. Maar we treffen twee vrouwelijke beambten die liever hun nagels vijlen dan papieren invullen. Als uiteindelijk enkele papieren zijn afgewerkt, valt een van de vrouwen over een snoer van de computer en is het hele bestand verdwenen. De hele procedure wordt weer opnieuw opgestart.
We moeten voor vier uur met de papieren bij de bank zijn om een betaling te doen. De dames krijgen het niet rond en de groep moet de volgende dag terug komen. Er wordt ons beloofd dat we morgen om 8 uur als eersten aan de beurt zijn.
Donderdag 24 maart
Met al onze bagage stappen Marijke, Tom en ik donderdagmorgen in een taxi naar de haven. We komen in een opstopping terecht. Alle verkeer zit vast omdat de mensen in de haven staken. Ook dat nog!
We keren weer terug naar het hotel om daar te wachten op nadere orders.
Sonja en Michel proberen lopend bij het loket de komen waar we moeten zijn en hopen op een snelle afhandeling van de staking.
Om twaalf uur is de staking afgelopen en kunnen we naar de haven. Taxi’s willen ons niet tot in de haven brengen omdat ze in het verkeer vast komen te zitten. We lopen de drie kilometer in de zengende hitte naar de haven. Op het laatste stukje krijgen we nog een lift van een werknemer van de Pan American Railway.
De laatste formaliteiten gaan snel. We halen opgelucht adem als we in ons eigen busje door Panama City rijden op weg naar de campsite XS Memories in Santa Clara aan de Golf van Panama.
Vrijdag 25 maart
Het wordt een lange rijdag omdat we twee dagen samenvoegen en het totale aantal kilometers op ongeveer 450 kilometers zal uitkomen. We rijden in hoog tempo Panama door langs eindeloze suikerriet- en bananenplantages, afgewisseld met dorre grasvelden waar magere koeien en ossen hun best doen nog iets van voedsel te vinden. We volgen voor een stuk de Golf van Panama tot Aguadulce en dan route 1 naar de grens van Ciudad Neily.
Naar verslag Costa Rica