Mongolië deel 2

Maandag 11 juni
We staan om halfzeven op omdat er veel te regelen valt. Onze campers blijven tijdens onze afwezigheid op de bewaakte parkeerplaats staan. Toch maakt Tseren zich zorgen. Alles wat aan de buitenkant op de campers zit moet er af: reservebanden, antennes etc. Vervolgens worden de auto’s zo dicht bij elkaar gezet dat er nauwelijks nog iemand tussendoor kan lopen.
Onze auto schijnt zeer gewild te zijn (kan ik me voorstellen!). Tseren neemt geen enkel risico en de bus gaat ondergronds de parkeergarage in. De koelkast moet leeggehaald worden, alle lekkere dingen gaan naar de bewaker van het terrein. Hij is er zeer blij mee.

Om negen uur komen de drie gidsen: twee vrouwen, Ojuka en Eujo, en een man, Gerard. Ook de zes chauffeurs met hun auto’s zijn er. We rijden met zeven auto’s: zes van Tseren Tours en Bertus en Jansje met hun eigen auto.

De auto’s, eigendom van de chauffeurs, zijn prachtige museumstukken. Het zijn oude Russische Jeeps die met draadjes en pleisters aan elkaar hangen, maar het grote voordeel hebben dat ze onderweg te repareren zijn.
Om tien uur zijn we startklaar en vertrekken voor onze tocht door Midden en Zuid Gobi.
Enthousiast beginnen we aan onze toer. We rijden met Suren, een bijzonder sympathieke Mongool wiens technische en communicatieve kwaliteiten we tijdens onze tocht herhaaldelijk hebben bewonderd.
Om de geesten gunstig te stellen, onderwerpen wij ons aan een Mongools ritueel: de Ovoo ceremonie. Er zijn zogenaamd heilige plaatsen, waar de Mongolen de natuurgeesten eren door drie keer rond een berg stenen te lopen, zelf stenen op de berg te gooien en te vragen om een voorspoedige tocht. Uiteraard hopen ook wij daarop. De blauwe linten op de berg stenen symboliseren loyaliteit en eeuwigheid. Deze blauwe linten hangen ook vaak in bomen. Bij elke trouwplechtigheid hangt men blauwe linten op de moeilijkste plekken in struiken en bomen, strooit munten op de grond en hoopt dan op een lang en gelukkig huwelijk.

Na het ritueel vervolgen wij onze tocht. Het asfalt is overgegaan in gravel en de omgeving verandert van een groen landschap in een droge steppe. Overal staan gers en galopperen  kuddes paarden in alle vrijheid rond. We passeren een drinkplaats met een natuurlijke bron. Als wij de drinkbakken laten vollopen komt het vee vanuit alle hoeken toegelopen om te drinken. De chauffeurs maken een zeer uitgebreide lunch en een heerlijke avondmaaltijd. Dit alles klaargemaakt in primitieve omstandigheden, maar met veel zorg. Dit is even niet reizen, maar vakantie houden. In een kale vlakte met hier en daar een lichtglooiende heuvel zetten we onze tentjes op, geholpen door de chauffeurs. Elf tentjes en zeven auto’s staan als nietige stipjes in een onmetelijke ruimte.

Ondanks dikke fleeces en thermo-ondergoed krijgen we het niet warm in onze slaapzakken. Als ik ‘s nachts naar buiten moet, zie ik een schitterende sterrenhemel. Ik probeer Marijke over te halen om even te komen kijken, maar ze is niet bereid haar warme slaapzak te verlaten.

Dinsdag 12 juni
In de provincie Dundgov, in Midden Gobi, bezoeken we het dorp Erdenedalay. Hier staat een oud boeddhistisch klooster, door de bolsjewieken vernielt maar na de val van het communisme in 1990 herbouwt en in 1999 door de Dalai Lama bezocht. Nu leven er weer vijftig monniken. Het plaatsje zelf bestaat uit enkele winkeltjes, waar wij ons drinkwater halen en andere inkopen doen. De tijd heeft hier stil gestaan. Het is zo anders dan wij gewend zijn.

        

We rijden door een schitterende natuur, staan stil bij mooie uitzichtpunten en kijken hoe het vee zich bij waterputten verzamelt om te drinken. Herders te paard sturen de kuddes aan. In galop, rechtopstaand op hun paard, draven ze door het landschap. Prachtig om naar te kijken. De chauffeurs razen met 70 tot 80 km/u door de vlakte, maken er soms een wedstrijd van wie de snelste is. Er is ruimte genoeg. Ze vragen veel van hun auto’s, en ook van ons. Regelmatig komt ons hoofd in aanraking met het plafond. Ik begrijp nu waarom de meeste auto’s een gecapitonneerd plafond hebben. Marijke en ik hebben alle vertrouwen in hun rijkunst en genieten van hun behendigheid.
Bij onze chauffeur gaat een lager van de achterwielaandrijving kapot waardoor de achteras blokkeert. Door snelle wendingen aan het stuur weet hij de auto op vier wielen tot stilstand te brengen. De achterwielaandrijving wordt ontkoppeld en we rijden verder!
De gidsen vinden een prachtige kampeerplek tussen zandheuvels en kleine struikjes. Het is zeer warm. Twee jongens op een motorfiets komen hun souvenirs aan ons verkopen. Het lukt en zij gaan tevreden weg. Tot drie uur ‘s nachts horen we de chauffeurs bezig met het sleutelen aan hun auto’s.

          

Elke dag gaat er iets stuk, maar ze weten gezamenlijk de wagens weer aan de praat te krijgen.
‘s Nachts woedt er een zandstorm en ‘s morgens ligt op onze slaapzakken een dun laagje wit zand. En onze tanden knarsen alsof we zand gehapt hebben. We wassen ons met een fles water. Klaar voor het volgende avontuur.

Woensdag 13 juni

Een gedeelte van de groep begint de dag met een kamelentocht. Wij houden het bij onze goede herinneringen aan de tocht op een dromedaris in Marokko.
We wisselen op verzoek van Tseren elke dag van auto. Wij vinden het een goed idee. We hebben veel plezier met Suren (chauffeur) en Ojuka (gids). We krijgen een korte cursus Mongools – Nederlands.
Onderweg gaan we water inslaan bij een bron. We hebben drie dagen ons haar niet gewassen en zien dat hier een mogelijkheid is. Al gauw volgen de anderen ….
Bij de bron komen we een Duitse man tegen die een wandeltocht door Mongolië maakt. Op een zelfgemaakt karretje met een klein zonnepaneel vervoert hij zijn bagage. Je moet een beetje zonderling zijn om dit in je eentje aan te kunnen.
Rijdend langs de Gurvan Saikhan Nuruu (2800 m), een gedeelte van het Altaïgebergte, komen we uiteindelijk uit bij de zandduinen van Khongoryn Els. Prachtig!
Aan de rand van de duinen zetten wij ons tentje op, en zien een groep kamelen met toeristen aan ons voorbij trekken. Op zo’n plek kamperen is uniek, we genieten met volle teugen.

Donderdag 14 juni
Vanwege een reparatie aan de auto vertrekken we later dan normaal. Nauwelijks op weg zien we een motorrijder onderuit gaan. We stoppen om te helpen. Het is elf uur ‘s morgens en de man is al enigszins beneveld. Zijn motor is te zwaar beladen. We zetten zijn motor overeind. In zijn jerrycan met benzine zit een gaatje en de benzine loopt eruit. Hij wil zijn tank vullen maar er spuit benzine over zijn gloeiend hete motor. Marijke en ik kijken elkaar aan en lopen snel een eind terug. Het gaat gelukkig allemaal goed. De man laat alles gelaten over zich heen komen.
We komen uit bij een nomadenfamilie en kunnen zien hoe zij in hun ger leven. Het zijn zeer efficiënte woningen, snel op te zetten, koel in de zomer en warm in de winter. Er staat een zonnepaneel op het dak en een melkbus met water voor de deur. De paarden waarmee ze hun vee bijeendrijven staan vastgebonden aan een draad die tussen twee palen is gespannen.

       

Velen van ons hebben cadeaus meegenomen voor de kinderen.
In de ger staat een grote pan met orgaanvlees te pruttelen. Het ziet er naar onze begrippen niet echt smakelijk uit. En behalve Herman en ik waagt niemand zich eraan. De chauffeurs daarentegen laten het zich goed smaken.
Voor ons is het boeiend zo’n inkijk in hun leven, ik vraag me af hoe zij dit zelf ervaren.
De taalbarrière is een enorme handicap in het contact maken met de mensen. Zowel in Rusland als Mongolië spreekt niemand iets anders dan zijn eigen taal. In winkeltjes en op straat maken we op een kinderlijke manier en met handen en voeten duidelijk wat we willen. En tot nu toe is ons dat redelijk gelukt. Wat we willen weten over de bevolking horen we van de gidsen en de chauffeurs.

Na het bezoek aan de ger rijden we weer de steppe in en daarna de zandduinen door. En dan begint onze auto te sputteren, de uitlaat is losgeraakt. Ook dit euvel wordt snel verholpen. We nemen nog een bergpas, maken een zeer sterke afdaling en rijden met de auto’s door de rivierbedding van een kloof. Schitterend! Hier blijven we staan voor de nacht. Er is geen betere plek te bedenken.

Als wij aan ons aperitief beginnen, start de keukenploeg (de gidsen) met koken en de chauffeurs gaan weer sleutelen aan hun auto’s. Dit alles gebeurt in een grote saamhorigheid en met veel plezier. Ze helpen elkaar daar waar het nodig is. Met z’n allen zorgen ze dat wij een goede vakantie hebben, het is een fantastisch team.

        

Als we na een lekkere maaltijd onze tent induiken, horen we de chauffeurs zachtjes zingen. Ze hebben prachtige stemmen en hun liederen ontroeren ons.

Vrijdag 15 juni
Ik maak Marijke wakker met een bakje ijskoud water uit de beek. Ik geef toe, bij deze koele buitentemperatuur is het even doorbijten. We weten echter niet wanneer er weer water komt voor een wasbeurt.
We rijden tot het einde van de kloof. Van daaruit gaan we wandelen en komen uit bij een gletsjer. Daarna rijden de chauffeurs naar de mooiste uitzichtplekken. De weidsheid van het landschap en de schitterende kleuren maken ons stil. Foto’s kunnen dit alles niet weergeven. Als we denken dat het niet mooier kan, komt er een uitzicht dat het vorige overtreft.
De provinciehoofdstad Dalanzadgad heeft 15.000 inwoners die deels in gers en deels in stenen huizen wonen. Er zijn enkele winkeltjes en een plaatselijke markt. Niet te vergelijken met onze provinciehoofdsteden.

Er wordt een overnachtingsplek gezocht tussen de glooiende heuvels. De chauffeurs gaan het dorp in om een schaap te kopen voor de Mongoolse barbecue. Het schaap wordt in stukken gesneden en in een grote pan gedaan samen met wat groente en enkele zwarte stenen. Deze laatste voor een speciale smaak. Hout is er niet voor een vuur. Er worden gedroogde kamelen- en schapenkeutels voor gebruikt. Om het vuurtje gaande te houden gaan wij ook op zoek naar deze brandstof. Met een volle bak keutels leveren wij ook ons aandeel voor de avondmaaltijd.

Na een uur is het hele schaap gestoofd en aangevuld met een lekkere pastasalade is het een goede maaltijd. Marijke en ik hebben ons best gedaan, wij houden van schapenvlees, de anderen minder. De volgende dag genieten de chauffeurs bij het ontbijt van het restant van het schaap.
Na het avondeten komen de chauffeurs en de gidsen bij ons zitten. Ze brengen twee flessen wodka mee. Er worden goede wensen uitgesproken en op ons getoost. En omgekeerd volgen wij hetzelfde ritueel. Ze zingen een aantal liederen op ons verzoek. Als zij omgekeerd vragen hetzelfde te doen blijkt dat toch moeilijk te gaan.
De nacht brengt een zandstorm en regen. De tent schudt en trilt. Ettelijke keren moeten we in de regen eruit om de tent vast te zetten.

Zaterdag 16 juni
Na een paar uur slaap staan we op. Er zitten een aantal katertjes aan het ontbijt.
Het wordt een lange reisdag dwars door de woestijn. Het landschap verandert steeds doordat zon en wolken hun sporen trekken over de vlakte. Elke chauffeur maakt zijn eigen track, soms lijkt het een zesbaansweg.
Ojuka komt bij ons in de auto zitten. Nu kunnen we eindelijk enkele vragen aan Suren (chauffeur) stellen. We hebben een zwak voor deze twee mensen en ook voor de Duitssprekende Eujo.
We slaan onze dagelijkse hoeveelheid water in bij een pomp. De waterputten zijn van iedereen. Maar in de dorpen moet voor het water betaald worden. Water is een kostbaar goed in de woestijn.
Bij een tussenstop blijken drie auto’s niet te arriveren. Enkele chauffeurs rijden terug. Wij blijven met een paar auto’s achter onder de brandende zon in de woestijn. Na twee uren zien we alle auto’s aan de horizon verschijnen. Er was een kapotte auto, die provisorisch is gemaakt en vanavond in een garage zijn verdere bewerking krijgt. Jammer voor de chauffeur. Meestal kunnen ze het probleem zelf oplossen en kost het geen geld. Nu gaan zijn verdiensten van deze week op aan de onkosten voor zijn auto. Met een paar mensen lossen wij deze kant van het probleem voor hem op.
Door deze autoperikelen wordt alles later en koken zit er voor het donker niet meer in. Snel wordt in een dorp een restaurant geregeld. Bij een mooie zonsondergang rijden we naar onze campingplek.

In het donker zetten we onze tent op, geen sinecure. Het zijn rotsen en stukjes zand zijn moeilijk te vinden, geitenkeutels des te meer.
Het is een zeer vermoeiende dag geweest, uitgeteld rollen we op ons smalle matje.

Zondag 17 juni
We hebben weer een intens koude nacht achter de rug en een lange rijdag voor de boeg. Vandaag gaan we terug naar Ulaanbaatar, maar niet voordat we een bezoek hebben gebracht aan een verlaten klooster uit de 16de eeuw. Het ligt prachtig ingeklemd tussen de rotsen en voor onwetenden is het niet te vinden. De berkenbomen die tussen de rotsspleten groeien zorgen voor schaduw. Een mooie meditatieve plek waar we best iets langer hadden willen verblijven. Maar we moeten verder. Om vijf uur komen we moe, vies en zeer voldaan in Ulaanbaatar aan.
We nemen hartelijk afscheid van de chauffeurs en de gidsen. De toer is voorbij. Mongolië sluiten we in ons hart.

We zijn zeer tevreden over Tseren Tours. Het is een efficiënte organisatie en zeer klantgericht. De medewerkers stralen enthousiasme en teamgeest uit. Ze zijn met elkaar bezig geweest om ons een fantastische week te bezorgen. Daar zijn we ze heel dankbaar voor.
Op onze volgende reis naar Mongolië, over twee jaar en met vliegtuig, willen we de westkant van het land bezoeken en natuurlijk met Tseren Tours!
Nadat we afscheid hebben genomen, worden we naar een sauna gereden om een douche te nemen. De rest van de sauna-activiteiten laten we achterwege omdat we vanavond Corry Vreugdenhil willen bezoeken. Het is nog de enige mogelijkheid voordat we morgen richting Rusland vertrekken. We nemen een stuk chocolade als avondeten en stappen samen met Tseren in de taxi.
Corry verzorgt een kleinschalige opvang voor straatkinderen in Ulaanbaatar. In een flatgebouw heeft ze drie appartementen gehuurd waar ze schoolgaande kinderen en pubers opvangt en onderdak geeft. Ze krijgen onderwijs en kunnen een vak leren. De kinderen komen vaak uit erbarmelijke situaties en zouden zonder deze opvang totaal geen kansen hebben.
We worden hartelijk ontvangen door Corry en ondanks de weinige tijd die we hebben, kunnen we toch nog met een paar kinderen kennismaken en iets over hun achtergrond horen.

Het door ons ingezamelde geld, 4750 euro, heeft al zijn bestemming gevonden zoals Corry ons laat weten. Een deel van het geld is besteed aan een vakantieweek voor kansarme gezinnen. De meegebrachte buitenspelen komen hierbij erg goed van pas. Een ander deel gaat naar medische verzorging van de kinderen. Zij zijn bij een goede tandarts geweest en alles wat gedaan moest worden is gedaan. Verder krijgen alle kinderen een uitgebreide medische test. Als er dan nog geld over is, wordt dit besteed aan schoolartikelen.
We vonden het leuk Corry en haar team te ontmoeten en hebben veel bewondering voor haar inzet en uithoudingsvermogen. We zullen haar project blijven steunen en ik hoop velen met ons.

Maandag 18 juni
Heerlijk om na een week op een matje in een tent weer in je eigen warme bed te slapen. Nu nog de bus reorganiseren en dan zijn we klaar voor de terugtocht. Maar eerst zingen Marijke en ik zachtjes voor de jarige Stini. De rest ligt nog te slapen. Om elf uur leidt Tseren ons weer de stad uit. We nemen afscheid van haar en vertrekken richting Sükhbaatar.
Na 270 km zien we een bordje waarop ‘Resort Serenge’ aangegeven staat. We moeten nog een laatste overnachtingsplek in Mongolië zoeken. Ons busje is het meest geschikt om op onderzoek uit te gaan. We volgen een landweggetje en vinden tot onze verassing een schitterende camping tussen dennenbomen. Enthousiast halen we de andere campers op. We zetten onze camper op een geurend tijmtapijt, schenken een glas wijn in en proeven de schapensoep van de campingbeheerder. Zo brengen we onze laatste avond in Mongolië door.

Het was een schitterende tocht en het hoogtepunt van onze reis. Met heimwee nemen we afscheid van Mongolië.

Naar verslag Siberië terug