Rond drie uur starten we met stralend weer (27 graden), goed humeur en volgepakte bus. Via Aken en Keulen rijden we de E40 op richting Dresden. Na 200 km stoppen we in Dillenburg en overnachten daar op een vervallen doorgangscamping.
Zondag 15 april
Als wij de auto starten zetten we het GPS aan. Op het display verschijnt de melding van slecht satelietontvangst. Wij verbazen ons erover. Ook al zitten we midden in de bossen, gisteren was er wel goed ontvangst. Dan ontdekken we dat de stekker van de antenne nog niet in het GPS zit … (niet lachen!).
Het rijden op zondag op de Duitse autowegen is een verademing: geen vrachtwagens. In de buurt van Chemnitz in het plaatsje Rabenstein, vinden we een prachtige camping midden in de bossen. Eekhoorns, herten en vogels zijn onze buren. We staan er bijna alleen. Dit zal in het hoogseizoen anders zijn. Laat in de middag arriveert een Nederlands echtpaar. In de loop van de avond weten we iets meer over kantklossen en verzamelen van oude tractoren, hun beider hobby’s.
Wij moeten nog even wennen aan onze nieuwe aanwinsten in de camper, zoals de uitschuiflade en de kisten op het fietsenrek. Om de achterklep omhoog te krijgen is samenwerking en spierkracht nodig. Dat laatste moeten we nog ontwikkelen. Daarom hebben we de kisten opnieuw ingepakt, nu met lichtere spullen. Het helpt, we krijgen de klep omhoog en met twee stokken eronder blijft hij zonder onze hulp in de juiste stand staan. De uitschuiflade achter in de camper is een aanwinst: efficiënt en handig. Kortom, we zijn zeer tevreden over de inrichting van de bus.
Ook al hadden we het plan de wieldoppen van de bus thuis te laten, bij inspectie blijken ze er nog op te zitten. Nu maar hopen dat ze niet gestolen worden.
Maandag 16 april
Nog een dag in Rabenstein: we ordenen onze muziek, lezen over het GPS en bereiden ons voor op Polen. Bij dit alles zijn onze gedachten regelmatig in Nederland bij Peter en zijn naasten die vandaag afscheid van Hanneke nemen.
We brengen aan het eind van de middag een bezoek aan het internetcafé in het Rabenstein Center en eten daarna heerlijk in het restaurant van Center Hotel Rabenstein: enthousiaste bediening en zeer goede Italiaanse keuken.
Dinsdag 17 april
Vandaag zijn we de grens met Polen gepasseerd.
Trekkend door Oost-Duitsland zien we hoe alles in ontwikkeling is: gebouwen worden gerestaureerd, wegen worden aangelegd, kortom overal bedrijvigheid en actie. De grote financiële injectie van Duitsland geeft mogelijkheden en deze worden zo te zien volop gebruikt. Als we Polen inrijden wordt al direct duidelijk dat de armoede vele malen groter is dan in Oost-Duitsland. En zeker als je het vergelijkt met onze maatstaven. Naast snelle auto’s zie je paard en wagen op de openbare weg. Fietsers met een bepakking op de bagagedrager waarvoor wij een aanhangwagentje zouden gebruiken. En heel veel mensen die wachten, op een bus of auto of liftend zich proberen te verplaatsen.
We rijden door eindeloze koolzaadvelden op weg naar Wroclaw, het vroegere Breslau, de eerste grote plaats in Polen. We hebben er niets te zoeken behalve een camping. En die zijn in Polen zeer dun gezaaid. Maar Wroclaw overtreft zichzelf met twee campings.
In Polen lopen de doorgaande wegen allemaal dwars door de steden. Het verkeer is een grote chaos en daarbinnen proberen wij ons een weg te banen op zoek naar de camping. Na anderhalf uur rijden komen we bij de camping aan: vervallen, verwaarloosd en niet meer in gebruik. Enkele mannen zitten aan hun auto te sleutelen. Geen omgeving voor twee alleenstaande vrouwen. We vertrekken weer, maar niet voordat we een plattegrond hebben bemachtigd.
We doen opnieuw een poging, nu om de andere camping te vinden. Weer dwars door de stad, na drie uur zoeken vinden we een camping. Gesloten …. gaat pas 1 mei open. Gelukkig is er iemand aan het werk en laat ons binnen. Op een groot veld staat een eenzame camper. Het is de bus van een van onze medereizigers van de Mongolië-reis. Zij hadden ook uren door de stad gereden en de niet meer in gebruik zijnde camping aangedaan en waren uiteindelijk ook hier beland.
Woensdag 18 april
Na een zeer koude nacht (temperatuur net boven nul) rijden we richting Krakow (Krakau). We verbazen ons over de vrolijke felle kleuren van huizen en daken: hard groen, fel blauw en knalrood wisselen elkaar af.
Voordat we Krakau binnen rijden kopen we eerst een plattegrond!
Het lijkt wel of alle grote steden in Polen aan een inhaalslag bezig zijn: wegen zijn opgebroken, pleinen worden aangelegd, overal omleidingen. Het is een vreemde ervaring allerlei aanwijzingen en aanduidingen om je heen te zien zonder dat je de woorden herkent of kan duiden.
Dankzij onze plattegrond vinden we al snel onze in de stad gelegen overnachtingsplek Cleopardia, een goed verzorgde camping. Samen met een Fin zijn wij de enige gasten. Een Engels sprekende student aan de balie voorziet ons van de nodige informatie over de busverbindingen naar Krakau en Auschwitz.
Onze kraantje in de bus geeft nog maar een klein straaltje water. De pomp doet het dus daar kan het niet aan liggen. We stoppen het kraantje in een borrelglaasje frambozenazijn om te ontkalken, echter zonder resultaat. We ontdekken dat het sproeiertje er af te halen is. Er zit allerlei prut in. Probleem opgelost.
Donderdag 19 april
We bezoeken Krakau en beperken ons eerst tot de Wawel heuvel, het historische hart van de stad. Vijf eeuwen lang was deze heuvel het politieke en administratieve centrum van de stad. Voor alle Polen is deze heuvel het symbool van de nationale eenheid en fierheid van het land.
Het kasteel torent als een rots in de branding boven de stad uit. We dwalen door de goed gerestaureerde zalen en laten de koninklijke privé vertrekken voor wat ze zijn.
De kathedraal, gotisch van vorm, dateert uit de 14de eeuw. De Zygmuntkapel is het mausoleum van de koninklijke dynastie der Wasa’s. Het is een meesterwerk uit de Renaissance en zeker een bezoek waard.
Daarna slenteren we door de stad. Drinken warme chocolade op het zeer grote middeleeuwse plein, Rynek Glówny, bezoeken de lakenhal waarin allerlei souvenirwinkeltjes zijn gevestigd en de kleine Barbarakerk die wat verloren op het immense plein staat. In alle kerken en kapellen zijn mensen aan het bidden, vooral heel veel jongeren.
Opvallend zijn de schone straten, de vele gevels die in de steigers staan en een verfbeurt krijgen. Ook wemelt het van de schoenen- en sieradenwinkels. Er zijn zoveel sieraden van amber te koop dat het niet allemaal echt kan zijn.
Als laatste bezoeken we de Mariakerk, ook gelegen aan het schitterende plein. Het prachtig drieluik, eind 15de eeuw gemaakt van lindehout door de Duitse beeldhouwer Veit Stoss, maakt indruk.
We hebben maar een fractie gezien van wat Krakau te bieden heeft, net genoeg om een indruk van de stad te krijgen.
Vrijdag 20 april
Vandaag staat Auschwitz op het programma.
Eerst is er een film over het “leven” in het concentratiekamp. We lopen met koude rillingen over het terrein. Al die barakken waar zoveel leed is geleden. Het laat ons niet onberoerd, alsof al het verdriet nog voelbaar is. We vechten met ons onvermogen om dit te kunnen begrijpen. Barakken vol met eetgerei, brillen, koffers. Alles van mensen die hier in de verbrandingsovens vergast zijn.
Er zijn honderden Poolse scholieren die Auschwitz bezoeken. Kennelijk wordt in Polen veel aandacht besteed aan het niet vergeten van deze holocaust.
Daarna rijden we naar Birkenau. De eindeloze vlakte met barakken, de ingestorte gaskamers en daartussen de spoorrails geven een troosteloosheid weer die zelfs het felle zonlicht niet kan opheffen.
Op de rails zijn houten plankjes gelegd met wensen en gedachten. Hoe kunnen mensen ontkennen wat hier is gebeurd. In stilte rijden we terug naar Krakau. En van daaruit gaan we richting het oosten. Door allerlei wegonderbrekingen zitten we urenlang in de file en lukt het ons niet om op de plek te komen waar we de groep zullen treffen.
We zoeken een camping in Tarnow. Met behulp van enkele aardige Polen wordt de eigenaar van de camping gevonden zodat we voor de nacht weer onderdak hebben. Ook nu staan we alleen op het terrein.
Zaterdag 21 april
Rond twee uur zijn we Przeworsk, onze ontmoetingsplek met de groep. Enkele campers zijn er al en in de loop van de zaterdag is iedereen gearriveerd.
De rest van de dag brengen we door met schrijven, wassen en het ordenen van de bus.
Zondag 22 april
Na de koudste nacht tot nu toe (+2) wacht ons letterlijk een koude douche. Die hebben we aan ons voorbij laten gaan, de babydoekjes zijn niet voor niets meegenomen.
Onder een strak blauwe lucht vindt onze eerste gezamenlijke bijeenkomst plaats.
‘s Avonds eten we gezamenlijk in een Pools restaurant op de camping. We proosten op een goed begin van de vakantie en een gezellige, boeiende reis.
Om de nacht warm door te komen lenen we van medereizigers twee slaapzakken.
Morgen vertrekken we voor onze tocht door de Oekraïne.