Vrijdag 20 juli
Door de kilometerslange rijen vrachtwagens weten wij dat de grens met Letland in het zicht komt.
Ook hier zijn wij door de bureaucratische rompslomp vijf uur kwijt voordat wij op Letse bodem staan.
Gelukkig vinden wij in Salenieki (bij Verkarkava) een goed verzorgde biologische boerderij op een idyllische plek aan een prachtig meer. Wij zijn de enige campinggasten en genieten bij de ondergaande zon van een heerlijke biologische maaltijd.
Onze dag kan niet meer stuk, die van Herman en Tineke wel als zij ’s avonds een nieuwe scheur in het chassis ontdekken. Dit wordt voor hen naar huis vliegen in plaats van rijden. Binnen een uur ziet hun reisroute er totaal anders uit dan zij hadden gedacht. Het is duidelijk dat we morgen zonder hen verder moeten reizen.
Zaterdag 21 juli
We nemen afscheid van Herman en Tineke en gaan op weg naar Litouwen. De grenspassage van Letland naar Litouwen duurt 10 minuten. Wij kunnen het nauwelijks geloven, zo kan het dus ook.
We verbazen ons over de eindeloze rijen vrachtwagens. Na 35 kilometer stoppen we en gaan op informatie uit. Het blijkt een normale gang van zaken te zijn. Vrachtwagenchauffeurs staan twee à drie dagen voor de grens te wachten, dit gaat al jaren zo. Niemand doet iets om de grensprocedures te vergemakkelijken of te versnellen. De chauffeurs wachten gelaten tot ze aan de beurt zijn. Hoe komt het toch dat niemand deze verspilling van kapitaal tegengaat?
Aan de Litouwse kant zijn door de overheid toiletcabines voor de chauffeurs geplaatst (even dachten wij dat het service voor de toeristen was!).
Litouwen heeft een goed geasfalteerd wegennet, een verademing na alle kuilen en gaten. Overal om ons heen zien we bouwactiviteiten, duidelijk een land in ontwikkeling.
We zullen een aantal dagen doorbrengen op de camping Harmonie. Het echtpaar Brauns, de Litouwse Irena en de Nederlandse Wim, hebben in een uniek natuurgebied een sfeervolle camping met uitstekend sanitair, een prachtig gastenhuis en een schitterende tuin ontworpen. Het is een verademing om op deze plek een aantal dagen door te brengen.
Wim traint, naast zijn beheer van de camping, kansloze jongeren op sportgebied. Er is onlangs een VPRO-documentaire over hem en zijn werk verschenen.
Zondag 22 juli
Aan het eind van de morgen komt een dubbeldekker (!!) ons ophalen voor een tocht naar Vilnius. We hebben ruimte genoeg ….. Met acht mensen, zes van ons en twee van de camping, bevolken we de bovenetage. De chauffeur heeft de hele benedenetage tot zijn beschikking.
We lopen door Vilnius, een mooie stad. Er valt genoeg te bekijken, maar we hebben geen zin in cultuur. En passant nemen we toch nog een kerk mee. Later horen we de anderen over de mooie kathedraal praten. Wij vonden er niets aan, kitscherige witte beelden buiten …. Totdat we doorkregen dat wij de kathedraal helemaal niet hebben gezien… Cultuurbarbaren! Gelukkig liggen de Baltische Staten niet ver van huis en kunnen we ooit onze fout herstellen.
We kopen een aantal souvenirs en gebruiken met ons zessen bij restaurant Markus in Vilnius onze afscheidsmaaltijd. Het is gezellig en het eten heerlijk.
Maandag 23 juli
Onze rustdag wordt gevuld met lezen en een wasje.
Bertus en Jansje, eerder afgehaakt om naar Petersburg te gaan, komen ook op deze camping overnachten.
Leen en Lenie en Ruud en Hennie nemen afscheid en vertrekken. We hebben drie maanden met elkaar opgetrokken en ook het een en ander meegemaakt.
Langzaam keert het “gewone leven” terug.
Dinsdag 24 juli
Bertus en Jansje vertrekken ook. Wij blijven achter, zoals we aan deze reis zijn begonnen, met ons tweeën en we vinden het heerlijk! We pakken onze auto en rijden naar Trakai, ooit de hoofdstad van Litouwen. Hier ligt, temidden van vier met elkaar verbonden meren, een grote gotische eilandburcht. De burcht is geheel gerestaureerd en met een lange houten loopbrug verbonden met het toeristische stadje.
We lunchen heerlijk aan het water en keren voldaan terug naar de camping.
We nemen samen met een echtpaar, werkzaam in de fysiotherapie, ons aperitief en hebben een leuk gesprek over alles wat het leven boeiend maakt.
Woensdag 25 juli
Via een prachtige binnenweg rijden we Polen in. Vanaf de Litouwse grens rijden we via Augustow (weg 16) tot aan Orzysz. Van daaruit via de 63 en de 58 naar Szczytno. Het zijn gele weggetjes in uitstekende conditie. We overnachten op een camping aan een meer. Ooit moet het hier een florerend en goed lopend toeristengebied zijn geweest. Nu is het vergane glorie. Men is geen buitenlanders gewend en als wij de overnachtingsprijs vragen, wordt hier lang over na gedacht. Uiteindelijk komt er een redelijke prijs uit de bus.
Donderdag 26 juli
Vanaf Szczytno volgen we de 545 en daarna de 544 tot aan Brodnica. Van hieruit de 15 naar Torun. Het is een landelijke weg, niet druk en we krijgen een goede indruk van het Poolse platteland.
In Torun willen we enkele dagen blijven staan en de stad bezoeken. We vinden een goede stadscamping aan de oever van de Weischel. Via een brug kunnen we, over de Weischel lopend, de stad bereiken.
Vrijdag 27 juli
Tijd voor een stadsbezoek. Torun is een zeer oude stad. In de 7de eeuw was er op deze plek al een nederzetting met de naam Torun. De stad staat bekend om het grootste aantal gotische architectuurmonumenten in Polen. Het staat sinds 1987 op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Ook is de stad bekend als de geboorteplaats van Copernicus.
De stad is een grote verrassing: prachtige gotische gebouwen, mooie terrasjes en een fijne sfeer.
Aan het einde van de middag lopen we terug over de brug naar onze camping. Daar blijken wij en anderen te zijn ingebouwd door Engelse caravans met afmetingen die onze bus drie keer overtreffen. Ook het geluid, afkomstig van de televisies met enorme schotelantennes en alle kinderen, heeft decibellen waar onze oren niet aan kunnen wennen. De stevige bouwvakarmen van de mannen zijn volop getatoeëerd en de buikomvang doet vermoeden dat hier menig pilsje in verdwenen is.
Als even later een politieauto over het terrein rijdt vragen wij ons af of zij de nieuwkomers even laten zien wie hier echt de baas is. We stellen ons in op een luidruchtige avond, maar het blijft merkwaardig rustig.
De volgende morgen zijn er veel vertrekkende campers …. De Engelsen hebben nu alle ruimte op de camping. Ook wij gaan rijden.
Zaterdag 28 juli
De zon begeleidt ons richting Duitse grens. Voor Swiebadzin (Polen) vinden we aan de doorgaande weg een groot hotel met een prachtig afgesloten binnenplaats. We mogen er met onze camper staan, evenals een grote groep Duitse motorrijders. We eten heerlijk en slapen rustig.
Zondag 29 juli
Vanuit Swiebadzin nemen we de 276 naar Gubin, ons laatste plaatsje in Polen. Het is een zeer rustige grensovergang en binnen twee minuten staan we op Duitse grond.
We hebben telefonisch contact gehad met onze vrienden Gerard en Betty. Zij zijn op weg naar Tsjechië en we proberen elkaar onderweg te ontmoeten. Het zal camping Oberrabenstein worden in de buurt van Chemnitz. Het wordt een spetterend weerzien: dikke knuffels, enthousiaste verhalen en heerlijk eten! En dit alles bij stromende regen.
Na twee dagen vertrekken zij en wij in tegengestelde richting om onze reizen verder af te maken.
Dinsdag 31 juli
Op naar Keulen om daar enkele dagen te blijven. Het huis in de Ardennen is verhuurd en pas vrijdag 3 augustus weer beschikbaar.
Na 467 kilometer vinden we een mooie camping aan de Rijn met zicht op Keulen. Met het openbaar vervoer kunnen we in 20 minuten in het stadscentrum zijn.
Woensdag 1 augustus
In Keulen, beroemd om zijn Dom, genieten van onze koffie op een terras, en proberen geld uit te geven in de vele winkels die Keulen rijk is. We blijken het nog zonder veel moeite te kunnen!
Terug op de camping zien we tot onze verbazing een tent met daarbij een auto met een Russisch nummerbord. We gaan er op af en proberen een praatje te maken. Eenvoudig is dat niet omdat de ouders alleen Russisch spreken en de zoon en dochter slechts enkele woorden Engels. Met handen en voeten en een woordenboek komt er enige communicatie op gang. Zij trekken al jaren met hun kinderen in de vakantie door Europa en zijn al in diverse landen geweest, waaronder Nederland. Ze wonen in Moskou en de kinderen studeren daar journalistiek en bedrijfskunde.
Zij verbazen zich over onze reis door Siberië en Mongolië omdat zijzelf zo’n reis niet zouden aandurven. In een woordenboek zoekt hij naar het juiste woord en wijst ons dat aan. Hij vindt ons moedige vrouwen. Toch leuk meegenomen als een Rus dat over je zegt.
De Russen laten ons weten het fijn te vinden dat wij contact met hen hebben gelegd. Mensen stappen niet gauw op hen af (en zij omgekeerd ook niet).
We schenken ons een glas wijn in en maken een lekkere maaltijd klaar.
Donderdag 2 augustus
Het wordt een campingdag. Lezen en wat rommelen. Prima.
Vrijdag 3 augustus
Op weg naar de Ardennen. Met omtrekkende bewegingen gaan we naar huis. We zijn benieuwd hoe we huis en tuin zullen aantreffen. Een maand terug kregen we van vrienden een e-mail dat het merkbaar was dat ik weg was. Het huis zag er minder schoon uit en zat vol vliegen. Ook de tuin zag er enigszins verwaarloosd uit.
We besluiten eerst in het dorpsrestaurant te gaan lunchen, voordat we de confrontatie aangaan. Daarna wacht ons een verassing. De tuin ziet er fantastisch uit. De hagen zijn geknipt, de rozen opgebonden, het gras gemaaid en de laatste huurders hebben het huis in perfecte staat achtergelaten. Wat een geweldig thuiskomen en wat ben ik mijn vrienden dankbaar voor deze inzet.
We maken de auto schoon en leggen de laatste hand aan de verslagen. Na zo’n tien dagen in de Ardennen vertrekken we naar Nederland.
De eerste etappe van onze reis is achter de rug. We hebben veel gezien en afgezien. Onze kennis is uitgebreid, onze rijvaardigheid toegenomen, ons inzicht in groepsprocessen vergroot en onze humor is gebleven.
Wij hebben genoten van deze reis, met als hoogtepunt Mongolië.