7 – 23 oktober 2016
Ook nu weer, zoals steeds bij al onze reizen, levert het vertrek onvoorziene problemen op. Na een onverwachte begrafenis van een goede vriendin waar wij perse bij aanwezig willen zijn, en een groot wespennest dat voor ons vertrek professioneel verwijderd moet worden, kunnen wij eindelijk aan onze reis beginnen.
Samen met onze vrienden Joep en Mariet hebben wij in een restaurant in Heeze mijn 75ste verjaardag uitbundig gevierd en de camper op de oprit van hun schitterende “airbnb-plek” neergezet.
Voor de afwisseling kiezen wij bij de start van onze reis een andere route dan wij doorgaans nemen, niet via Dijon en Lyon maar via Parijs, Limoges en Toulouse.
In Saran (bij Orleans) overnachten wij op onze eerste camperplek aan de rand van het dorp.
De volgende dag rijden wij tot vlak voor de grens met Spanje. Bijna aan de snelweg vinden wij een camperplek waar 20 campers in slagorde staan opgesteld en de onze er nog wel bij kan.
Wij vinden het te koud om in Frankrijk te blijven en besluiten daar te gaan staan waar de zon het meest schijnt en dat is in Spanje.
Dat er in Europa het een en ander gewijzigd is ondervinden wij bij de grensovergangen. Geruisloos door razen op de autobaan van het ene naar het andere land is voorbij. Bij de grensovergang van Frankrijk naar Spanje wordt het verkeer in een baan geduwd en de politie slaat nauwlettend toe te kijken naar het traag lopende verkeer. Klaar om in te grijpen indien nodig.
De “peages” geven ons, maar vooral mij de nodige problemen. De ticketautomaat met twee invoermogelijkheden, de onderste voor de personenauto’s en de bovenste voor vrachtwagenchauffeurs, zijn voor ons in onze bus net niet te bereiken. Wij moeten halsbrekende toeren uithalen om de kaart te pakken of het geld te doneren. Marijke met haar langere armen heeft het iets makkelijker. Vroeger zat bij elke ticketautomaat iemand die het geld aanpakte. Jammer dat zij door de automatisering verdreven zijn.
Wij pakken in Spanje een uitstekende camping aan de boulevard in Peniscola. Hier blijven wij wat langer staan. Het in de gids genoemde goed bekend staande campingrestaurant geeft de doorslag. Wij laten ons verwennen.
Marijke moet herstellen van haar Hepatitus E en ik vind het heerlijk om even naar een lagere versnelling over te schakelen en mij met Poetin, de Nieuwe Tsaar te vermaken.
Om de andere dag genieten wij in het campingrestaurant van een driegangen menu inclusief wijn voor 11 euro. Ter afwisseling eten wij ook een keer in een restaurantje dat gespecialiseerd is in alle soorten inktvis. Spanjaarden staan in lange rijen voor dit eethuis. Hier komen geen toeristen. En dat is merkbaar bij de toiletten. De deuren zijn vrolijk versierd met twee soorten inktvissen, maar hoe aandachtig ik ook kijk ik zie geen verschillen. Resoluut een deur open trekken is dan de enige mogelijkheid naast het vragen.
Wij eten prima en vinden het leven van de pensionada’s voor een weekje heerlijk: luieren, wandelen, kletsen, lezen en eten.
Vervolgens zakken wij verder naar het zuiden af, een andere plek en andere mensen. Uiteindelijk wordt het Torre del Mar, een plaatsje waar wij al eerder zijn geweest maar voor de afwisseling kiezen we een andere camping. Van daaruit gaan we ook een dagje naar Malaga.
Inmiddels zijn wij startklaar voor Marokko: verse goulashsoep in de koelkast, wijn in de ”berging”, schone was in de kast, en nagellak op de tenen.
Morgen ontmoeten wij de andere Marokkogangers op het strand in Motril.