Maandag 7 november
Na een koude natte nacht starten wij ’s morgens bij 8,5 graden onze verdere tocht door de Gorges des Dades. Deze kloof van 120 kilometers lang loopt door een woestijnachtig plateau tussen El Rachidia en Ouarzazate. De Hoge Atlas bevindt zich aan de noordkant van deze kloof en al het water dat vanuit deze bergen stroomt komt uit in de Dades. Slechte weersomstandigheden zorgen regelmatig voor overstromingen en beschadigingen van wegen en bruggen.
De prachtig geasfalteerde weg, met zeer veel haarspeldbochten en om iedere hoek een schitterend uitzicht en in de diepte de drooggevallen rivier, is schitterend om te rijden.
Overal zien wij geiten die op de steile hellingen naar het schaarse voedsel zoeken. Kleumend vanwege de kou, drinken wij op de hoogste top van de berg warme muntthee. In de ruimte staat een gaskachel maar niemand durft hem an te steken, bang als wij zijn om met zijn allen de lucht in te vliegen.
Halverwege de Gorges des Dades wacht ons een verassing. In Msemrit staat een fantastische smakelijke warme lunch voor ons klaar. De omelet Berbère is heerlijk gekruid en de verse taarten als toetje zijn door de vrouwen speciaal voor ons gebakken. Wat een warm welkom.
Msemrit is ons keerpunt. Hoewel de weg doorloopt is het voor onze campers niet haalbaar om door te rijden. Het heeft tien dagen geleden heel hard geregend en vele wegen zijn onbegaanbaar. Het is ook te zien aan de vele akkertjes die onder water staan.
In de meest afgelegen gebieden zien wij jonge mannen doelloos op hun hurken voor een schamele woning zitten. Er is geen enkel toekomstperspectief voor hen, wat een leven.
Aan het einde van de middag zijn wij terug op onze camping Pattes de Singe. Bij 13 graden drinken wij buiten samen een borrel op de verjaardag van Theo, waarbij Liesbeth warme worstjes en bitterballen serveert.
Dinsdag 8 november
Als wij afscheid nemen van de aardige eigenaresse van onze camping krijgen de vrouwen als dank voor de kleding van Liesbeth een stel oorbellen aangeboden. Voor ons een onverdiend cadeau maar wel heel leuk.
Als wij naar Ouarzazate rijden zien wij de besneeuwde toppen van de Hoge Atlas.
Het stadje heeft, zoals vele woestijndorpen, een groots entree gekregen: een heel brede hoofdweg, heuse stoepranden, lantaarnpalen en trottoirs met soms beplanting van palmbomen. Eenmaal uit de stad worden de wegen weer smal en is het uit met de allure.
In deze stad doen wij onze boodschappen voor de komende dagen. Er is een klein drankwinkeltje waar wij nog enkele flessen wijn kopen.
De Marokkanen die hier ook drank kopen proberen dat zo onopvallend mogelijk te doen. Ze verschuilen zich achter elkaar, doen fluisterend hun bestelling aan de man achter de toonbank en laten de drank in krantenpapier inpakken.
Het vervelende is dat op de meest afgelegen mooie plekken kapotgeslagen flessen en blikjes liggen. Ver van huis, waar niemand het ziet, drinken ze met elkaar een biertje of de inhoud van een fles whisky. Lege flessen en blikjes kunnen niet meegenomen worden naar huis …
Wij overnachten bij een stuwmeer in de buurt van Ouarzazate en genieten van een schitterend ondergaande zon. De “burgemeester” van het dorp brengt ons op zijn brommertje een bezoek en laat ons verder met rust.
Woensdag 9 november
Vandaag rijden we naar Zagora via de Draa-vallei, een rivieroase die zich van Ouarzazate uitstrekt tot aan de Atlantische oceaan, maar in Mahmid verzandt in de woestijn. De Draa-vallei wordt als een van de mooiste oases beschouwd. De rivier slingert zich door de stenige woestijn en ziet groen van de overvloedige dadelpalmen die schaduw bieden aan de vele gerst- en graanveldjes. De vele lemen kasba’s worden door hun kleur prachtig in het landschap opgenomen. Van deze langgerekte vruchtbare enclave is Zagora het centrum. Vroeger was Zagora het middelpunt van de karavaanhandel. Het bordje in het centrum “in 52 dagen naar Timboektoe” (per kameel) herinnert aan die tijd.
Het wordt een van onze mooiste tochten. Het heldere licht accentueert de contrasten tussen de kasba’s, de palmen en de stenige rotsen langs de rivier.
Bij een van de vele uitzichtpunten maken wij een stop. Een eenzame Belgische fietser komt bij van de lange klim. Een berber die noten verkoopt en een arme herder die zijn schapen even alleen laat en wij die van het uitzicht genieten vormen een uiteenlopend groepje.
Als ik de jongen vraag of ik hem iets kan aanbieden zegt hij thee graag. Ik maak thee voor het drietal en ze hebben geluk. Wij hebben bij een patisserie de lekkerste koekjes aangeschaft. De herder is helemaal verrukt als hij het doosje ziet. Hij kan niet kiezen en heeft al vier koekjes in de handen gehad voordat hij voor het vijfde valt. Zichtbaar genietend proeft hij zijn kleine taartje.
De Frans sprekende berber vraagt of wij getrouwd zijn. Hij heeft een vrouw in Zagora en woont alleen in de bergen. Hij mag van Mohamed 3 vrouwen hebben en wil wel met ons trouwen. Als ik zeg dat ik liever drie mannen wil, kijkt hij ons verschrikt aan. Dat kan niet! Als hij door heeft dat ik een grapje maak moet hij lachen.
Wij vervolgen onze prachtige route. Overal zijn wegwerkers bezig aan wegen en onderhoud.
Op een kleine bloemrijke camping in Zagora overnachten we en maken van de laatste twee avocado’s een heerlijk soepje. Onze staafmixer van 700 watt bewijst goede diensten.
Donderdag 10 november
De kleine etappe (104 km) van Zagora naar Mahmid brengt ons aan de rand van de Sahara. Het stenige landschap maakt plaats voor glooiende zandduinen.
Het valt ons op dat scholen steeds aan de rand van de dorpen staan. De grootte van de scholen doet vermoeden dat verschillende typen onderwijs in één gebouw zijn ondergebracht. Kinderen komen lopend, per fiets of schoolbus voor de lessen. De hoeveelheid fietsen in de rekken doet bijna Nederlands aan.
In het zuidoosten van Marokko is de kinderschare groot. Daarom geven scholen in ploegen onderwijs, een gedeelte van de kinderen krijgen ’s morgens les en de anderen ’s middags.
Aan de rand van Mhamid wachten wij tot iedereen geariveerd is. Uit de zojuist uitgaande school stormen de kinderen als vliegen op de campers af om te kijken of er iets te halen valt. Alle verleidingskunsten worden ingezet. De meest brutale pikt uit een openstaande deur een hondenspeeltje mee. Jammer voor de jongen, hij kan er weinig mee.
Gezamenlijk rijden wij door het zand naar het twee kilometer buiten het dorp gelegen campement van Iguidi Tours. Sober, maar schitterend gelegen tussen de zandduinen. Twee jongens, familieleden, beheren samen met steun van een Duitse vrouw de camping. We worden allerhartelijkst ontvangen, krijgen direct een tapijt voor onze deuren gelegd, er wordt thee aangeboden en ’s avonds staat voor elke camper een lantaarn met kaars.
De ondergaande zon en de fantastische sterrenhemel zijn onvergetelijk.
Vrijdag 11 november
Hans is jarig! Zingend komt iedereen uit zijn camper om Hans te feliciteren. Wat een plek om jarig te zijn. Met heerlijke Marokkaanse tompoezen en koffie starten wij de dag.
De Duitse vrouw en haar Marokkaanse vriend liften met ons mee naar Zagora. Daar nemen wij de N12 naar Foum Squid.
De 230 km lange weg loopt door een stenige zwarte woestijn waar in onze ogen nauwelijks bewoning mogelijk is. Toch zien wij door de verrekijker enkele tenten met mensen erom heen. Hoe zij hier overleven? Er kan niets verbouwd worden, er is geen water en kinderen kunnen niet naar school.
Dorpen liggen veel te ver weg en verkeer is er nauwelijks. In deze verlaten omgeving zetten wij onze campers neer.
Binnen een half uur staat voor de camper van Hans en Nancy een tafel met prachtige hapjes en drank klaar. Het verjaardagsfeest kan beginnen (als je alles bij je hebt valt er best te overleven in deze woestenij).
Een toevallig voorbijtrekkende kamelenhoeder gaat er eens goed voor zitten en op een kleine afstand slaat hij het festijn gade. De hapjes die ook aan hem aangeboden worden slaat hij gretig naar binnen.
Hij gebaart of iemand zijn slippers kan maken. Zelfs de creatiefste knutselaars onder ons zien dat de klus niet te klaren valt. Gelukkig heeft Rein nog een paar slippers waar hij niet lekker op loopt. De herder is dolgelukkig. Steeds kijkend naar zijn nieuwe schoenen loopt hij naar zijn kamelen.
En wij zijn weer gelukkig met een zonsondergang die de bergen rood laat opvlammen.
Zaterdag 12 november
Vanaf ons overnachtingsplek willen wij via de R111 naar Tazenakht om te overnachten op het plateau bij Aït Benhaddou. Ieder is op eigen houtje vertrokken. Wij zijn de laatsten. Ineens staat de hele groep langs de rand van de weg geparkeerd.
We staan in de buurt van Alougoum, de brug over de rivier is verdwenen.
Het slechte weer heeft sommige wegen totaal ontwricht. De plaatselijke bevolking rijdt met hun wagens op een provisorisch weggetje door het water, met de grote campers is dit niet te doen. Bovendien weten wij niet hoe de rest van de weg eruit zal zien. Keren dus, 35 km terugrijden naar de N12 en dan richting Tata. Vlak voor het donker wordt vinden Hans en Nancy een mooie overnachtingsplek, voorbij deze stad.
Weg routeboek voor de komende dagen er moet geïmproviseerd worden en daar heeft niemand moeite mee.