Maandag 24 oktober
Het strand in Motril dient als verzamelplaats voor de start van de reis naar Marokko. Het is voor ons – en waarschijnlijk ook voor de andere medereizigers – steeds weer spannend: welke mensen gaan er mee en in welke campers reizen zij.
Rond 12 uur is iedereen gearriveerd. Het zijn: Rein en Jenny met hun hond Lotte in een witte Knaus, Leo en Sonja eveneens in een witte Knaus, Guus en Monique met hun kinderen Laura en Menno in een witte Concorde; drie grijze Fiat Ducato busjes, één bestuurt door Peter, de ander door Theo en Liesbeth, en het laatste busje door ons. En als begeleiders Hans en Nancy met hun hond Juno in een grote gele MAN.
Na een korte kennismakingsronde en informatie van Hans over de komende dagen is er een welkomstborrel.
We overnachten op het strand, dicht bij de haven van vertrek.
Dinsdag 25 oktober
Nadat iedereen zijn sticker met kamelen en de tekst “Beleef Marokko Puur!” op zijn camper heeft gekregen, verplaatsen we ons in colonne naar de boot. Wij krijgen onze ticket en de overtocht kan beginnen.
Maar helaas nog niet voor ons. Wij worden bij de laatste controle, vlak voor het moment dat wij de boot willen oprijden, naar de zijkant gedirigeerd. Op onze ticket staat een verkeerde datum van vertrek, namelijk 29-9-2016. Vreemd, want Hans en Nancy hebben de tickets tegelijkertijd voor de groep besteld. De ene laadklep is al opgetrokken en alle auto’s zijn al aan boord als Marijke nog hollend naar een kantoortje moet om de fout te herstellen.
Wij hebben het “Spaans benauwd”. Bij een klein kantoortje wordt snel de fout hersteld en dan kunnen wij alsnog het schip op. Nauwelijks aan dek wordt de laadklep achter ons omhooggetrokken. Net aan de reis begonnen en dan al de boot missen … dat is te erg.
Eenmaal binnen boord halen wij opgelucht adem en krijgen wij onze normale huidskleur terug.
Op de boot worden de navigatieapparaten gebruiksklaar gemaakt en kan, wie wil, informatie over het functioneren krijgen.
Na vier en een half uur varen rijden wij in twintig minuten naar een parking boven de stad Melilla. Het is onze slaapplaats voor de komende nacht.
Woensdag 26 oktober
Om half zeven ‘s morgens, het is nog donker, verlaten wij onze overnachtingsplek om in colonne naar de grens te rijden. Wij rijden als laatste, door ons ingebouwde bakkie kunnen wij met Hans communiceren en dat is reuze makkelijk. Zo kunnen we melden als er een stoplicht op rood springt of dat er veel auto’s zich tussen de colonne wringen.
Aan de grens loopt alles voorspoedig totdat een douanier op onze wereldkaart kijkt. Aanvankelijk denken wij nog “wat leuk!”. Maar als er meerdere douaniers bijgehaald worden voelen wij nattigheid. Er worden foto’s van de kaart gemaakt en druk gebeld en de ene na de andere pief in oplopende belangrijkheid komt naar de kaart kijken. Wij begrijpen niet wat er aan de hand is. We zijn met onze tien jaar oude wereldkaart al meerere keren in Marokko geweest en hebben nooit problemen ondervonden.
Het blijkt dat op onze wereldkaart de Westelijke Sahara met een aparte kleur wordt aangegeven terwijl Marokko het gebied beschouwt als haar Zuidelijke Provincies en het tot haar grondgebied rekent. Dus het land moet in één kleur weergegeven worden! Wij wachten gespannen af. Mag de kaart zitten blijven of moet hij eraf …??? Het hele proces neemt inmiddels twee uur in beslag en de hele groep moet wachten. Dan komt de hoogste chef met zijn secondant, kijkt op de kaart, keurt ons geen blik waardig en gebaart met een beweging van zijn hand: de kaart moet eraf! Marijke en ik staan met tranen in onze ogen naar het verwijderen van de kaart te kijken. Wat een arrogante vent! We mogen zelfs de kaart niet houden….
Er wordt gevraagd of wij nog routekaarten hebben. Nee! We rijden via Google Maps. Wij hebben ze wel maar zij krijgen ze niet.
Ook over de beschreven route in het roadbook maakt men problemen. De Zuidelijke Provincies staan niet op de overzichtskaart … Nee, daar gaan wij ook niet naar toe. Dat doet er niet toe, de hele kaart van Marokko moet er op staan. Uit alle boeken moet de kaart van onze route verwijderd worden, ook dat nog. Die meiden zorgen wel voor problemen. Ter compensatie hebben wij de groep maar uitgenodigd voor een borrel als we eenmaal op de plek van bestemming aangekomen zijn.
In 1975 is de Westelijke Sahara ingelijfd door Marokko. Koning Hassan stuurde 350.000 soldaten naar het gebied en drong de vrijheidsbeweging Polisario, die vocht voor een onafhankelijke staat, terug tot een vijfde van het grondgebied. De gevechten tussen Polisario en het Marokkaanse leger gingen door tot 1991. Toen is er tot een staakt het vuren besloten onder toezicht van de Verenigde Naties. In 2016 heeft Ban Ki Moon nog eens duidelijk uitgesproken dat de Westelijke Sahara door Marokko bezet wordt. In reactie daarop heeft Marokko 84 VN-waarnemers het land uitgezet. Het conflict speelt nog steeds en ligt supergevoelig in Marokko, zoals wij hebben ondervonden.
Uiteindelijk komen we dan toch in Oujda aan, pinnen, kopen een simkaart en rijden naar onze overnachtingsplek op het plateau du Rekkam. In een schitterende omgeving, met alleen in de verte een berbertent, staan wij met onze campers in deze onmetelijke ruimte, waar nog echte stilte heerst.
Dit maakt het reizen met Hans en Nancy zo bijzonder. Zij weten de meest mooie overnachtingsplaatsen te vinden, daar waar andere reisorganisaties voor de standaardplekken kiezen.
Donderdag 27 oktober
Onderweg naar Bouâfra stoppen wij bij een waterput, waar mannen druk bezig zijn hun watervoorraad op peil te brengen. Wij vullen ook onze waterfles en maken een praatje voor zover dat mogelijk is.
Bij het weggaan bieden wij hen een chocoladebonbons aan die in hun zakken verdwijnt. Wij proberen hen duidelijk te maken dat zij die nu moeten opeten. Maar nee, de bonbon met het mooie papiertje gaat mee naar huis. Je hoeft geen grote fantasie te hebben om te weten hoe deze bonbons bij 30 graden hitte uit de zakken komt …
Bij de volgende waterput staat een ezel met doorgegroeide hoeven. Het beestje is niet goed verzorgd en kan nu niet meer lopen.
In Bouâfra maken wij een stop, slaan brood, groente en water in en rijden naar de volgende plek in de vlakte van Rekkam. Wederom een fantastische plek met weliswaar een kleine hindernis die de grotere campers niet kunnen nemen. Zij blijven voor het heuveltje staan en genieten van dezelfde stralende sterrenhemel als wij en van de hoeveelheid motten die op een onverklaarbare manier onze camper binnenkomen.
Vrijdag 28 oktober
Was de woestijn aanvankelijk nog van iedereen, nu zien wij eindeloze omheiningen waarachter men nieuwe plantages aanlegt.
Een initiatief van de koning om ook dit gebied tot ontwikkeling te brengen. Soms staan er alleen de toegangspoorten als hoop voor wat nog gaat komen, soms zien we tuinen met al volgroeide palmen.
Wij verbazen ons over de goed geasfalteerde wegen terwijl er nauwelijks verkeer is, maar ook over de verkeersborden waarop staat dat men 70 meter afstand moet houden terwijl je nauwelijks een auto ziet.
Onze eindbestemming is Figuig, een oase op 900 m hoogte die bestaat uit 7 dorpjes verspreid over een grote palmplantage (20 km2 en 100.000 palmen). Het water komt uit welputten en wordt door irrigatie verdeeld over de verschillende kanalen.
In Figuig zien wij voor het eerst vrouwen in een nikab die een oog bedekt hebben. Lijkt mij in elk geval beter dan de boerka waar je door “tralies” naar de wereld kijkt.
Onze camping ligt midden in deze oase en is voor Afrikaanse begrippen prima. Met zijn allen maken wij een wandeling door een van de oude dorpjes met kleine overdekte stegen en overal gesloten deuren vanwege de vrijdag.
’s Avonds eten wij lekkere couscous op het terras van het campingrestaurant en hebben daarbij een prachtig uitzicht op de palmerie.
Zaterdag 29 oktober
Bij onze ochtendwandeling door de palmentuinen van de oase zien wij hoe op ingenieuze wijze de hele watervoorziening geregeld wordt. Een ingewikkeld systeem van kleine irrigatiekanalen slingert zich door de palmentuin en zorgt door aansluiting of afsluiting voor de besproeiing van de diverse velden. De grote aangelegde palmenplantages met hun automatische besproeiing verdringen langzamerhand de arbeidsintensieve handmatige watervoorzieningen van de kleine velden van de individuele boeren. Jongeren zijn niet meer geïnteresseerd in dit werk en vertrekken naar het buitenland. De akkers worden verwaarloosd en over een tijdje zal er niets meer over zijn van dit oude watersysteem.
In het begin van de middag bezoeken wij het Centre Artisanal, een vrouwencollectief dat gezamenlijk handgemaakte producten produceert en in dit centrum verkoopt. Daarna voeren we op de camping een paar hoognodige huishoudelijke taken uit.
En met een kaasfondue uit een pakje maken wij een lekkere maaltijd en gaan met de kippen op stok.
Zondag 30 oktober
De dagetappe van 358 km is de langste tot nu toe. Zeer relaxed rijden we naar Source Bleue de Meski, onze overnachtingsplek. De naam Source Bleu, Blauwe Bron, duidt op de blauwe kleding van de Toearegs die in het verleden met hun karavanen bij deze bron hun beesten en zichzelf van water voorzagen. Mohammed, een vriend van Nancy en Hans, staat ons op te wachten in de prachtig aangelegde oase. Er is zelfs een zwembad, helaas op dit moment onder constructie.
Aan het einde van de middag krijgen we een muziekoptreden van Mouloud El Meskoul, een bekende muzikant in Marokko. Samen met enkele vrienden laat hij ons genieten van zijn ritmes gespeeld op allerlei soorten trommels en instrumenten. Het is een genot om naar zijn expressieve gezicht te kijken en te zien hoe de muzikaliteit zijn lichaam uit knalt. De man is één en al actie. In zijn huis temidden van allerlei verzamelde klokken, radio’s en andere prullaria gooit hij zijn swingende muziek over ons heen.
Na afloop van de muziekuitvoering gaan wij naar Mohammeds huis. Hier woont hij samen met nog 31 andere familieleden. Ze hebben een grote gezamenlijke ruimte die gebruikt wordt voor familiefeesten en partijen.
In deze mooie kamer nuttigen wij een heerlijke salade met daarna tajines met schaap en kip. Aan het einde van de maaltijd mogen wij zelfs het huis zien. Als wij onverwacht in de kleine keuken verschijnen trekken de vrouwen zich verlegen terug. Op een gaspitje hebben zij de hele maaltijd voor ons klaargemaakt.
De uitgebreide familie beschikt over een stenen oven voor de grote broden die zij dagelijks bakken. De patio van het huis wordt gebruikt voor de geiten, de ezel en de kippen. Ze zijn dus bijna self supporting.
Bij het afscheid krijgt elke camper nog een doos dadels cadeau. Wat een gastvrijheid. Daar kunnen wij niet tegen op.
Na zo’n maaltijd is het goed slapen. Morgen rijden we richting de rode duinen, Erg Chebbi.