Duitsland / Polen – Litouwen / Wit Rusland / Rusland – Kazachstan – Kirgizstan – Oezbekistan – Turkmenistan – Iran – Turkije
Zondag 23 augustus
Het volgende land op de Zijderoute: Oezbekistan. Tot nu toe voor ons alleen bekend als het land waar geen diesel te krijgen is en waar de dochter van de president onlangs voor corruptie is opgepakt.
Het land bestaat grotendeels uit steppe en woestijn, en een vruchtbaar gebied in het oosten, de Ferganavallei. Het is er in de zomer zeer warm en er valt erg weinig regen. De bevolking is voor 88% Islamitisch.
We volgen in Oezbekistan de belangrijkste karavaansteden aan de Oude Zijderoute: Samarkand, Bukhara en Khiva. Maar eerst moeten wij de grens nog over zien te komen.
Voor Marijke zijn er betere tijden aangebroken, de Imodium heeft goed werk geleverd.
Wij vertrekken om half 9 en staan om 9 uur aan de grens om het land te verlaten. Binnen 2 uur heeft de douane ons Kirgizstan uitgewerkt.
Hoewel de afhandeling aan Oezbeekse kant correct gebeurt, schiet het niet op. Chinese vrachtwagens blijken steeds voorrang te krijgen. Het is al 5 uur als Oezbeekse douaniers de aanval op onze camper openen. De achterdeur moet open en een douanier tilt één van onze kratjes op. Helaas valt de bodem er onderuit en de inhoud van een lekkere fles witte wijn ligt op de grond. De visitatie is daarna meteen afgelopen. Wij kunnen doorrijden.
Achter de grens wachten we op de anderen en vullen onze tijd samen met kinderen uit de omgeving.
Oezbekistan oogt direct anders dan Kirgizië: de steden zijn schoner, de huizen groter. Maar de wegen met de vele gaten blijven hetzelfde.
Hoewel iedereen moe en uitgeput is door dit dagje grens moeten wij nog twee uur rijden voordat wij een overnachtingsplek vinden. Als wij overleggen waar wij zullen gaan staan, komt een man aanrijden en maakt duidelijk dat hij een plaats voor ons heeft. Hij voert ons door allerlei smalle straatjes en dan blijkt zijn bedoeling te zijn ons uit te nodigen om bij hem te eten. Het wordt al donker, wij slaan zijn aanbod af en keren met veel moeite onze auto’s in de zeer kleine straatjes om uiteindelijk op de parkeerplaats van een sportcomplex te belanden. Binnen de kortste keren is het dorp uitgelopen om de campers te bekijken en met name de camper van Hans en Nancy.
Het is inmiddels half 9 en er moet nog gegeten worden. Wij zeggen nog tegen elkaar: “Als de politie komt, dan liever nu dan vannacht.” Wij worden op onze wenken bediend. Negen man sterk arriveert waarvan vier in burger. Er wordt druk overlegd, wij mogen niet blijven staan. Onder politie escorte rijden wij de dertig kilometers terug over de slechte weg naar een hotel met parkeerplaats, dat wil zeggen ‘het bordes’ van het hotel. Het is elf uur als wij weer in Andyan arriveren.
Een medewerker van het hotel kan voor ons 100 dollars wisselen. Wij krijgen een pakket biljetten van 10 cm dik terug. Als wij de koers hadden gekregen die wij later zouden krijgen was het pak 20 cm dik geweest. Die jongen heeft een betere avond dan wij.
Maandag 24 augustus
Voor de derde keer rijden wij dezelfde weg van Andyan richting Tashkent. Wij zien lange rijen auto’s voor benzinestations, waarschijnlijk is er een benzinetekort. Wij voelen ons veilig met onze vier jerrycans diesel in de camper (moeten wel elke avond voor het slapengaan verplaatst worden).
De bergpas die we rijden is mooi maar zit vol gaten. Kennelijk gaat de aanleg van een spoorlijn voor, maar daardoor is onze overnachtingsplek niet bereikbaar. Achter een paar heuveltjes landinwaarts vinden wij een nieuwe slaapplaats. De eerste 25 liter diesel kan in de tank. Een langskomende herder is blij met de lege jerrycan.
Dinsdag 25 augustus
Vandaag rijden we naar Samarkand, 250 km over een deels redelijke weg. De Oezbeken hebben qua rijgedrag veel van de Kirgiziërs afgekeken of omgekeerd. Zoals op de snelweg de deur open doen omdat je moet spugen en met volle vaart achteruit de autoweg af rijden om alsnog de zojuist gemiste afslag te kunnen nemen. Met je groentekraam vlak aan de autoweg gaan staan zodat chauffeurs die iets willen kopen midden op de weg plotseling stoppen. Men kijkt dan echt niet in de achteruitkijkspiegel (als ze die al hebben) naar het achteropkomende verkeer.
Toch komen wij heelhuids, wel opgehouden door vijf politiecontroles, in Samarkand aan. Een gedeelte van de binnenstad is afgezet vanwege een vijfdaags muziekfestival. De weg die wij moeten nemen naar ons hotel is door de afzetting niet bereikbaar. Wij hebben geen idee hoe wij er moeten komen en blijven op de agenten inpraten om ons door te laten. Zij verstaan geen woord van wat wij zeggen. Uiteindelijk zijn zij het zat en heffen even de versperring op. Maar de agenten op het volgende kruispunt zijn niet ingelicht en zien in volle vaart twee vrouwen in een busje over de lege weg aan zich voorbij flitsen. De verbazing op hun gezicht is vermakelijk.
Midden in het centrum van Samarkand staan wij op de parkeerplaats van het B&B Bahadir, een prachtige plek op loopafstand van de diverse bezienswaardigheden. De twee kamers die wij boeken om op de parkeerplaats te mogen staan, zijn zo vies dat wij ze alleen gebruiken voor toiletbezoek en een snelle douche. Je hebt het gevoel er viezer uit te komen dan er in te gaan.
Wij verheugen ons om Samarkand te verkennen. Deze zeer belangrijke handelsplaats aan de zijderoute heeft in haar tweeduizendjarige geschiedenis vele perioden gekend van veroveringen, vernielingen en wederopbouw. De oude binnenstad staat vol met moskeeën, madrassa’s (koranscholen), mausolea en oude begraafplaatsen. Voor ons heeft de naam Samarkand iets magisch.
En een eerste verkenningsrondje door de stad doet ons beseffen hoe uniek het is om hier rond te lopen en al dat moois uitvoerig en op eigen houtje te kunnen bekijken.
Woensdag 26 augustus
Om 7 uur dwalen wij al rond het Registan. Het is aan alle kanten afgezet vanwege het naderende festival en het daarmee samenhangende bezoek van de president. Een tegenvaller voor ons omdat wij daardoor het Registan niet in kunnen. Alleen met kaartjes voor het festival kunnen wij er in. Hans en Nancy doen alle moeite om kaartjes voor ons te bemachtigen en na veel inspanningen lukt dat voor de tweede avond.
Ondertussen slenteren wij langs winkeltjes, bezoeken de Bibi Khanoum Moskee en drinken muntthee op een terras.
De eerste avond eten wij samen met Carla en Tom in het door Gerard en Betty aanbevolen restaurant Parlan buiten de stad. Wij eten heerlijk en belanden op de dansvloer met een Iraanse familie die de verjaardag van de moeder uitbundig vieren. Wat een avond!
Donderdag 27 augustus
De taxi brengt ons naar de necropool Shahi Zinda. Een straat met prachtige graftombes die Amir Timur (Tamerlan) liet bouwen voor zijn vrienden en naasten. Timur, een van de grote gewelddadige veldheren en veroveraars, speelde een centrale rol in de tweede helft van de veertiende eeuw. Hij maakte Samarkand hoofdstad van zijn gigantische rijk. Wij komen zijn naam in bijna alle door ons bezochte landen regelmatig tegen. Uit de door hem veroverde gebieden liet hij de beste handwerkslieden komen. Samen met de buit gemaakte gelden en goederen en een aantal uitstekende architecten wist hij vele schitterende bouwwerken na te laten. De graftombes overdonderen door kleur en verfijning. De prachtige geometrische patronen compenseren volkomen de afwezigheid van beelden en schilderingen.
Op het bankje waar wij zitten te genieten van al dit schoons komt een oude man met, naar wij aannemen, zijn zoons naast ons zitten. Zingend gaat hij voor in gebed en stuurt zijn gebeden naar Allah. Heel bijzonder.
Er is een enorme bedrijvigheid in de stad: parken worden opgeknapt, de strepen op de weg extra gewit, de bloembakken gevuld met nieuwe plantjes. En dit alles omdat de president met zijn gevolg het International Music Sharq Taronalari komt bezoeken. Gewone bezoekers worden die avond geweerd… De stoelen worden bezet door zijn uitgekozen volgelingen. Gelukkig kunnen wij vanavond nog genieten van een concert zonder president.
Het immense Registan-plein is aan drie kanten omgeven door madrassa’s. Het overdondert ons door zijn schoonheid en symmetrie. Wat een plek! Alexander de Grote schreef al ”Alles wat ik heb gehoord over Samarkand is waar, behalve dat het nog mooier is dan ik mij had voorgesteld.”
Uleg Beg, de kleinzoon van Timur, heeft het merendeel van de mooie madrassa’s laten bouwen.
Als iets later het festival begint en de lichtshow start, wordt het plein betoverend mooi. Wij weten niet waar wij moeten kijken. Wat een sprookje, steeds verandert de sfeer. Veel vrouwen lopen in lange glitterjurken.
Wat zijn wij blij met onze kaartjes. De foto’s moeten de tekst aanvullen zodat jullie kunnen meegenieten van deze schitterende architectuur.
Na afloop van het concert eten we nog een hapje. Wij zijn te opgewonden om te kunnen slapen.
Uiteraard hebben wij veel meer bekeken dan het hierboven genoemde, maar voor ons blijven de hoogtepunten van deze stad aan de oude zijderoute het Registan en de necropool.
Vrijdag 28 augustus t/m zondag 30 augustus
Onze tweede stad op de zijderoute in Oezbekistan is Buchara. Het is veel kleinschaliger dan Samarkand en een van de oudste steden in Centraal Azië. Het meest markante gebouw is de Kalon-minaret (1127) met zijn moskee. De vijftig meter hoge toren is al van verre te zien en is bepalend voor het stadsbeeld.
Onze parkeerplaats ligt op loopafstand van het oude Buchara. Mooier kan het niet. Al wandelend over de bazaar passeren wij de oudste moskee van Centraal Azië (uit ongeveer de tiende eeuw), de Magok-i-Attari Moskee. Hij is gedeeltelijk gerestaureerd en uitgegraven en ligt 5 meter lager dan de rest van de stad.
We wandelen langs de oude lemen vestingmuur en bezoeken de schuin daar tegenover liggende moskee Bolo Hauz uit 1712. Het beschilderde plafond in het voorportaal rust op twintig bewerkte houten zuilen en vormt een schitterende entree voor de moskee.
’s Avonds eten wij heerlijk op het dakterras van restaurant Minzifa, genoemd als een prima restaurant in de Lonely Planet gids van Centraal-Azië.
Wij komen regelmatig Europeanen tegen die wij ook al in andere plaatsen hebben gezien. Overlanders die op weg naar China zijn, of mensen die via een georganiseerde reis Oezbekistan bezoeken. Op de parkeerplaats staat een grote lange truck met twintig passagiersplaatsen. Zo kun je ook reizen. Wij verkiezen toch onze camperbus.
Het is heerlijk om langere tijd op een plek te staan. De rust te hebben om over de bazaar te wandelen, te internetten, te lezen, de auto schoon te maken, de laatste tank met diesel in de auto te gooien en de stad in te lopen zomaar om de sfeer te proeven. Wij realiseren ons zo vaak hoe bijzonder het is om met je eigen auto op zulke mooie plaatsen te staan.
Maandag 31 augustus t/m donderdag 3 september
Onze aanvankelijke bedoeling om in twee dagen naar Khiva (Chiwa) te rijden brengen wij terug tot een dag om langer in Khiva te kunnen zijn. De 450 kilometers dwars door de woestijn op een weg vol met gaten vraagt enig doorzettingsvermogen van ons. Naast de oude weg ligt lonkend een nieuw geasfalteerde weg die nog niet toegankelijk is verklaard behalve voor een aantal koeien en schapen die kuierend het nieuwe asfalt inwijden. Zand, zand en nog eens zand en een zengende hitte. De thermometer wijst 39 graden aan. Onze airco wordt weinig gebruikt omdat ik direct last van tranende ogen krijg en het contrast met buiten wel erg groot wordt.
Aan het einde van de middag komen wij in Khiva aan. Bij een kleine B&B parkeren wij onze campers, hier zullen wij een paar dagen verblijven. De eigenaars, twee broers, zijn aller hartelijkst en blij verrast Nancy en Hans terug te zien. Vier jaar terug stonden zij ook op deze plek.
Het oude Khiva, gelegen binnen de vestingmuren, is 700 meter lang en 400 meter breed. Hierbinnen liggen moskeeën, mausolea, madrassa’s en minaretten. Het oogt als een groot openluchtmuseum.
Het stadje heeft een buitengewone bron die volgens de legende gegraven zou zijn door Sem, een van de zonen van Noach. De bron had de naam Cheiwak dat zoiets betekent als ‘wat weldadig’. Later werd het Chiwa. De vele karavanen die van India naar Europa trokken hielden hier stop om zich te laven aan deze bronnen. In de vijftiende eeuw komt Khiva tot bloei.
De hele vestingmuur rond de stad is nog intact en wordt doorbroken door vier stadstorens en poorten, in elke windrichting één.
Mooi is de Juma Moskee met zijn 213 houten bewerkte zuilen, waarschijnlijk oorspronkelijk behorend bij een paleis uit de tiende eeuw en in de achttiende eeuw weer opgebouwd. De bewerking van alle palen is verschillend.
De vele gebouwen zijn allemaal gerestaureerd. Het kost niet veel moeite om je voor te stellen hoe dit stadje in de vijftiende eeuw het centrum was van een levendige handel in goederen uit alle windstreken. Nu doen de souvenirverkopers hun best hun waar te slijten. Er zijn mooie handbewerkte, aardewerken schalen en vele vele bontmutsen. Bij een temperatuur van 36 graden doet dit wat komisch aan.
Wij vullen de dagen met steeds weer even het stadje inlopen, de bazaar bezoeken, theedrinken en genieten van de mensen om ons heen.
De B&B wordt druk bezocht door backpackers van allerlei nationaliteiten. Een paar Japanners lopen met witte handschoenen aan en een monddoekje voor. Zouden zij denken dat de lucht hier dezelfde is als in Tokio?
Na een laatste gezamenlijk etentje in ons B&B zijn wij klaar voor de grensovergang naar Turkmenistan.
Vrijdag 4 september
Nadat wij hartelijk afscheid hebben genomen van de broers van de B&B vertrekken wij om 6 uur richting grens. Wij rijden zoals altijd bij grensovergangen in konvooi om samen de papierwinkel te kunnen afhandelen. Als wij om zeven uur arriveren blijkt de grens pas om 9 uur open te gaan. Dit in tegenstelling tot eerdere berichten. Eenmaal binnen begint een uitgebreide discussie met de douaniers over een autoverzekering die wij bij het verlaten van Oezbekistan moeten afsluiten! Wij hebben allemaal een uitgebreide autoverzekering voor dit soort landen afgesloten bij Alessie. Hoe wij ook redeneren en aantonen dat bij binnenkomst niemand iets gezegd heeft over de noodzaak van deze verzekering en dat het al helemaal onzinnig is een verzekering af te sluiten als je het land verlaat, er valt niet aan te ontkomen. Het ging daarbij niet om het geld (12 euro) maar om het principe, wij blijven tenslotte Nederlanders! Maar met principes kom je in een dictatoriale staat niet ver.
Het is inmiddels 12 uur als wij voor de grens met Turkmenistan staan. Een groot nieuw gebouw zonder voorzieningen voor de grenspasseerders. Het is warm, 35 graden. Geen stoel om op te zitten, geen toilet en geen drinkwater. Autobezitters en passagiers worden gescheiden. Ik kan niet even naar de auto om iets te drinken te halen.
Na uren worden onze tassen gecontroleerd. Er is geen woord Engels bij. Een douanier vraagt of wij paf, paf bij ons hebben. Nee dat hebben wij niet! Uiteindelijk mogen de bijrijders door. Ik ben in Turkmenistan, nu Marijke nog met de auto. Door vijf douaniers worden de auto’s beklommen. Alles wordt overhoop gehaald: kasten, bedden, laden. Hans heeft het meest te verduren. De kisten boven op zijn auto moeten open. Deels is het nieuwsgierigheid, deels ook een vorm van machtsvertoon. De jongens lijken niet ouder dan 19 of 20 jaar. Uit de reisverslagen van anderen komen de douaniers van Turkmenistan niet positief in beeld.
Als wij uiteindelijk de grens passeren zijn wij 210 dollar per koppel armer, elke loketafhandeling kost geld. En Carla is haar Leatherman kwijt die voor in de auto lag. De tactiek is om met zoveel mogelijk douaniers tegelijk in de auto te kruipen waardoor je het zicht op wat er gebeurt kwijt raakt.
Wij veronderstellen dat er douaniers zijn die elkaar dekken en de buit verdelen. Waarschuwingen van reizigers voor de Turkmeense douaniers blijken dus te kloppen.
Het is zes uur als wij met zijn allen de grens passeren. Welkom in Turkmenistan. Wij hebben een transitvisum. Wij mogen alleen de aangegeven hoofdweg berijden, moeten ons elke dag registreren, tenzij er in de wijde omgeving geen hotel is.
Direct achter de grens gaan wij aan de weg staan. Wij zijn te moe om verder te rijden.
Lees verder:
Turkmenistan – Iran – Turkije