Wij staan op een ongelooflijke grote naturistencamping, maar hebben een fantastische plek zodat wij ons voor de massa kunnen afsluiten. De meeste campinggasten staan hier het hele seizoen en soms jaren achtereen.
Na tien dagen kunnen wij de mensen om ons heen uittekenen, hebben de meeste gerechten van de menukaart geprobeerd, en drie boeken gelezen. Tijd om verder te trekken.
Zaterdag 27 juli
Nadat wij onze voorraden hebben aangevuld rijden wij richting Bosnië: via Porec, Rijeka, en de M42 naar Bihac. Het is een drukke route door bosrijk gebied, door de meeste mensen gebruikt om naar de Plivicymeren te gaan. Wij laten deze toeristische attractie links liggen omdat je door de toeristen de meren niet meer ziet.
Het valt ons op dat veel gebouwen opnieuw gestuukt en geverfd zijn. Kogelgaten zijn nauwelijks te bekennen, de oorlog lijkt lang geleden. Ook zien wij veel huizen waarvan de basis is gelegd, maar het geld voor de afwerking ontbreekt en daardoor onbewoonbaar blijven.
Aan het eind van de middag bereiken wij de door ons uitgezochte camping, net voorbij Bihac.
Een immens groot veld vol met bomen, van alle kanten voor iedereen toegankelijk. Wij zijn de enige gasten. Echt veilig voelen wij ons hier niet en besluiten daarom na anderhalf uur weer te vertrekken.
De campings zijn dun bezaaid en wij hopen langs de rivier Una voor de avond een overnachtingsplek te vinden. Via een kronkelige weg bereiken wij, net voor het donker, Camp Una, pal aan de rivier. Zeer geschikt voor rafters, kanovaarders en mountainbikers. Kortom echt iets voor ons!
Zondag 28 juli
Terwijl kanovaarders hun bootje in de rivier leggen stappen wij in de camper op weg naar Banja Luka.
Wij hebben alles bij ons, behalve een gids voor Bosnië en Herzegovina. In de drukte zijn wij die vergeten. Wij denken dit in een van de grote steden nog wel te kunnen aanschaffen.
Acht kilometer van de stad Banja Luka ligt de kleine, goed verzorgde camping San, met een zeer behulpzame eigenaar. Hier nemen wij de tijd om ons via internet in te lezen in de complexe situatie van dit gebied.
Maandag 29 juli
Eenmaal in Banja Luka, de meest groene stad van Bosnië met brede lanen en grote parken, besteden wij de meeste tijd aan het zoeken naar een gids over Bosnië. Er is wel een gids over Amsterdam maar niet over Bosnië te vinden.
Het meest opvallende voor ons zijn de vele café’s met heerlijk taartjes en het totaal ontbreken van moslims in de stad. Nergens een hoofddoek, burka, of andere aan moslims gerelateerde kleding te bekennen.
Nadat wij enkele moskeeën en een oude vestingmuur met verdedigingswerken hebben bezocht keren we met taxi terug naar onze camping.
Als wij ’s avonds een forel willen scoren kost dat enige inspanning. Niemand spreekt een buitenlandse taal en de menukaart is in het Servisch. Toch ligt er uiteindelijk een forel op ons bord…..
Dinsdag 30 juli
Via een mooie, redelijk rustige weg door bosgebied stoppen wij even in Jajce voor de watervallen.
Eenmaal in Sarajevo weet Marijke mij door goede navigatieaanwijzingen via de juiste weg naar onze camperplek boven op de berg te loodsen.
Vlakbij een restaurant met pretpark. Wij hebben van hieruit een magnifiek zicht op de stad Sarajevo.
Met een taxi duiken wij direct de stad in. De campingbaas heeft ons op het hart gedrukt niet meer dan vier, uiterlijk vijf euro te betalen voor een rit naar beneden. Gelukkig staat er boven op de berg een taxi.
Voor vertrek trekt de chauffeur zijn taxibord door het open dak naar binnen. Wij kjken elkaar niet begrijpend aan. Hij spreekt geen enkele buitenlandse taal en wij kunnen niet vragen wat dit betekent.
Eenmaal beneden wil de chauffeur zeventien euro hebben. Wij maken hem duidelijk dat wij dit bedrag niet gaan betalen. Wij geven hem zeven euro en willen uitstappen. Tot onze stomme verbazing gooit hij het slot op de deuren. Gelukkig heeft hij een open dak, in uiterste noodzaak kunnen wij daar ons hoofd uit steken en om hulp roepen. Wij zeggen hem meerdere keren de deur te openen. Hij geeft er geen gehoor aan. Als wij boos worden en het woord politie laten vallen, ontsluit hij hevig protesterend de deur. Welkom in Sarajevo.
Het is een levendige stad, die meer oriëntaals aandoet dan ik mij herinner van vijftig jaar geleden. De architectuur laat sporen zien uit de Romeinse, Byzantijnse, Osmaanse en Habsburgse tijd.
Vrouwen in zwarte burka’s, van boven tot onder bedekt, tot vrouwen in korte broeken en topjes en alles daar tussen in. Het loopt ogenschijnlijk zusterlijk naast elkaar door de nauwe straatjes van de souk. Toch zijn na de de laatste oorlog (1992-1995) de Serviërs en de Kroaten grotendeels uit de stad vertrokken en is de diversiteit van bevolkingsgroepen, waar de stad om bekend stond, grotendeels verdwenen. Sarajevo bestaat nu voor negentig procent uit Bosniakken die bekend staan als de autochtone moslims. Maar er zijn echter ook Bosniakken die geen moslim zijn. De kloof tussen de verschillende bevolkingsgroepen lijkt onoverbrugbaar.
In de stad is merkbaar dat de moslims in de meerderheid zijn. Er zijn veel halaltentjes en alcohol wordt in in het oude stadsgedeelte niet geschonken.
Wij dwalen door de oude wijk, over het duivenplein met een waterbron, waaraan ook de in 1530 gebouwde Barscarsija moskee ligt. Ontoegankelijk voor toeristen. Bezoeken de katholieke kathedraal uit de Habsurgse tijd en brengen een bezoek aan een mooi gerestaureerde medressa uit het begin van de zestiende eeuw. En uiteraard gaan wij even naar de brug waar Frans Ferdinand, de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger, en zijn vrouw werden vermoord en een van de aanleidingen voor de eerste wereldoorlog vormden.
Aan het einde van de middag eten wij op aanraden van een man van het toeristenbureau bij restaurant Imat Kucha, net over de brug tegen de oude stad aan. Een goed advies wat zo te zien aan meerdere toeristen werd gegeven. Daarna laten wij ons weer met een taxi naar boven brengen.
Een vriendelijk Nederlands echtpaar, ook op de camping aanwezig, is zo aardig om aan ons een boekje over Bosnië en Herzogovina uit te lenen. Het zal ons zeker bij de voorbereidingen helpen.
Woensdag 31 juli
Vanuit de camping op de top van de berg loopt een zeer steile weg naar beneden die midden in het centrum uitkomt. Na enig aarzelen gaan wij de uitdaging aan en lopen in een uur naar het centrum. Uren erna heeft mijn lichaam zich nog niet van de afdaling hersteld! Soms kunnen de uitdagingen ook te groot zijn.
Wij willen het museum van oorlogsdaden tegen de menselijkheid en genocide bezoeken. Het museum heeft als doel mensen te laten ervaren, door middel van video’s, foto’s, beelden en gesproken tekst, wat oorlog tussen de verschillende bevolkingsgroepen aanricht. En dat zo iets nooit meer mag gebeuren.
Wij proberen te begrijpen hoe in “onze tijd” zo kort geleden zulke gruwelijkheden hebben kunnen plaatsvinden. Hoewel het lijkt alsof alles voorbij is, merken wij uit gesprekken met mensen dat dit geenszins het geval is. Het blijft broeien tussen de verschillende bevolkingsgroepen en men trekt zich zoveel mogelijk in zijn eigen groep terug. Van vreedzame integratie is geen sprake.
Over de oorlog zegt Wikipedia het volgende:
“De Bosnische Burgeroorlog(1992-1995) is één van de oorlogen in Joegoslavië die uitbraken als gevolg van het uiteenvallen van de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië. De oorlog begon vlak nadat de meerderheid (90%) van Bosnie Herzegovina op 29 februari en 1 maart 1992 tijdens een referendum koos voor onafhankelijkheid. Vlak daarvoor hadden Kroatië en Slovenië zich al onafhankelijk verklaard. De Serviërs, met name de Bosnische Serviërs accepteerden de uitslag niet. Met behulp van Servië en restanten van het Joegoslavische volksleger werd begonnen met de bezetting van 70% van het territorium binnen Bosnië en Herzegovina. Dit ging gepaard met gruwelijke misdaden tegen de menselijkheid, waaronder moorden en ethnische zuiveringen.”
Twee uur brengen we in het museum door en komen er aangeslagen uit. Het is niet te bevatten dat wij als mensen in staat zijn dit te doen en nog steeds doen.
We gaan terug naar de camping. Lezen wat en genieten van ons mooie uitzicht en ervaren dat ook bij ons het leven weer gewoon doorgaat.
Donderdag 1 augustus
Deze dag blijven we op de camping, maken het verslag voor de site, doen een wasje en bereiden ons voor op het vervolg van onze reis. Hoewel wij aanvankelijk de bedoeling hebben om naar Srebrenica te gaan, zien wij er door de verhalen die wij rondom ons horen toch vanaf. Door de recente uitspraken van de Hoge Raad over de aansprakelijkheid van de Nederlandse staat in Srebrenica is men niet gesteld op Nederlanders en is volgens sommigen de sfeer alles behalve hartelijk. Wij weten niet wat hier van waar is maar wij merken wel dat wij geen behoefte hebben aan confrontaties.
Op naar Mostar.